dinsdag 30 juli 2013

Poëzie

We waren dus ook in Narbonne, wat een bijzonder leuke en bovendien poëtische stad bleek te zijn. Her en der waren er gedichten te lezen, en teksten van  Charles Trenet die in Narbonne geboren is (wist ik niet) en dat is dit jaar bovendien 100 jaar geleden.


Leuk, toch? 

Achter een kerk liepen we vervolgens op een gedicht van Theun de Vries, in het Fries en Frans in de grond gebeiteld. Ik ken maar één gedicht van Theun de Vries, en dat is dit gedicht. En ik vind het prachtig.



zaterdag 27 juli 2013

Parasolletjes

Overigens ben ik van mening dat er tegenwoordig véél meer parasollen op het strand staan dan vroeger.

Marseillan-Plage 20 juli 2013

vrijdag 26 juli 2013

Met het hoofd in de hand

Onlangs las ik l'éléphant, dat is een 'revue de culture générale' en algemene cultuurgaten opvullen kan nooit kwaad. Ik las het op het strand, want ik was even op bezoek bij zoonlief die tijdelijk op een camping aan de Middellandse Zee werkt.
De artikelen in l'éléphant zijn niet extreem lang en niet extreem ingewikkeld, ideaal als je neigt tot in slaap vallen op het strand. Ik las (met onderbrekingen) een interview met de filosoof Michel Serres dat ik niet ga navertellen, op één ding na. Sprekend over moderne technologieën legde meneer Serres een verband tussen de heilige Didier die in de 3e eeuw in Parijs onthoofd werd en vervolgens nog enige tijd rondliep met zijn hoofd in de hand, en de moderne mens met zijn I-pod. Beide lopen als het ware rond met kennis in de hand. Toen ging ik zwemmen.

De volgende dag gingen we een kijkje nemen in Béziers (en Narbonne, maar daarover wellicht later). Nooit gelezen dat er een heilige met zijn hoofd had rondgelopen, nooit een beeld van een onthoofde heilige gezien, et voilà. Hij heette weliswaar niet Didier, maar Cyr (tenzij dat dezelfde is, hoewel deze in Béziers onthoofd zou zijn). Sint Cyr met zijn Ipod uit de 3e eeuw na Christus.






maandag 22 juli 2013

Berenvallei



Als ik ergens over begin, vind ik het soms moeilijk er weer over op te houden. Op een gegeven moment is het ook weer helemaal over, dat wel. Vorig jaar wilde ik alles over beren weten, te beginnen bij de Europese bruine beer uit de Pyreneeën, maar ook over verre en minder verre familie. Over de rol van de beer in de Europese cultuur en waarom de beer daar van krijgshaftige held was afgezakt tot een sukkel, van zijn troon verstoten door de leeuw. Over de beer als knuffel, filmster en boekenheld (lees vooral dit prachtige boek over de beer Wojtek!). Vorig jaar deze tijd kende ik de stamboom van de Pyrenese beer bijna van buiten, en wist alles van de Sloveense beren die in de Pyreneeën waren uitgezet, en hoe hun nakomelingen heetten. Dat weet ik inmiddels niet meer zo goed, maar toen Mijn Berenleven in de brievenbus lag, leefde het oude vuur weer op. Daarom nog een berenplaatje.

Er is namelijk één vallei in de Pyreneeën waar nogal wat berentemmers leefden. Montreurs des ours heten ze hier, berentoners. De montreurs waren meestal boerenzonen die geen eigen boerderijtje hadden, omdat de ouderlijke boerderij naar de oudste zoon ging. In het begin vingen ze de beren ter plaatse, maar aangezien de beer in de 19e eeuw al vrij zeldzaam werd, schaften ze hen meestal aan in de haven van Marseille. Daar werden Oost-Europese beren verkocht. Het was een flinke investering, maar een beetje berentemmer verdiende meer dan een onderwijzer, en stukken meer dan een boer in de bergen.
Weer later zijn sommige berentemmers naar Amerika vertrokken, met beer en al. Samen op de boot naar het land van de ongekende mogelijkheden. Toen het daar verboden werd met een beer per trein te reizen (je mag ook niks), belandden ze in Amerikaanse circussen. Er is een museumpje aan hen gewijd in Erce, een dorpje in het dal van de berentemmers in de Ariège. Daar ben ik vorig jaar natuurlijk ook geweest. En daar komt dus dat plaatje vandaan.

zaterdag 13 juli 2013

Berenpoten

Het dichtst dat ik bij een beer was, was vorig jaar mei. Ik wandelde met een vriendin in de Pyreneeën tot een refuge die net weer open was na de winter. De mevrouw daar had de afdruk van een berenpoot in de sneeuw gefotografeerd, twee dagen voor onze komst. En ik zag die foto.
Ik zag de vrouw die de poot van de beer zag. Het was een indrukwekkende ervaring.

Ik wil die ervaring niet voor mezelf houden. Hier staat niet dé foto, maar wel een foto van de man die de poten van de beer in de sneeuw zag en in de krant zette. Misschien iets minder indrukwekkend, maar toch. 
De foto komt uit de krant Sud-Ouest.

Traces d'ours photographiées le 22 mars en Aspe (Parc national des Pyrénées / R. Camviel)

 



zondag 7 juli 2013

Berenboekje



Ik schreef alweer een hele tijd geleden (namelijk hier) dat ik bezig was met een boekje over beren. Dat boekje is inmiddels verschenen. Het is alleen verkrijgbaar via een leesleeuwabonnement en dat loopt via scholen, maar ik meld het toch, al is het maar omdat ik de omslag zo mooi vind. Die is getekend door Martijn van der Linden.

Het is non-fictie en de hoofdpersoon is de beer Aspe-Ouest en dat is (of was) de laatste échte Pyreneeënbeer. Alle beren in de Pyreneeën, ook zij die uit Slovenië komen en hun nazaten, hebben van die leuke namen. Camille, Papillon, Néré, Bouxty, Pyros, Balou... maar deze moest zo nodig vernoemd worden naar de vallei waar hij geboren werd, en dat was het westelijke deel van de vallei Aspe.

Aspe-Ouest is al zo'n drie jaar niet meer gezien; waarschijnlijk is hij dood. Op de laatste foto's die van hem gemaakt zijn, eind 2009, is te zien dat zijn billen helemaal kaal zijn. Blootbil gingen ze hem noemen. Waarschijnlijk had hij een ziekte, mogelijk iets hormonaals, veroorzaakt door de afwezigheid van vrouwtjes. Dat kan dus ook, althans, dat zeggen ze hier.

Het zat 'm niet mee. Die naam, die billen, geen vriendin en zijn moeder werd destijds doodgeschoten door een jager, ook dat nog. Zijn levensverhaal opschrijven was het minste wat ik kon doen.

PS
Mocht iemand het boekje graag willen lezen, stuur dan een mailtje.