dinsdag 30 oktober 2012

zondag marktdag


Ik liep met twee hier logerende vriendinnen naar de Basiliek St Sernin (die moet je hier natuurlijk wel gezien hebben), en toen bleek er markt te zijn. Nou ja, hij was er net geweest. Vandaar deze doorschijnende dames.

donderdag 11 oktober 2012

Fietsen (2)

In afwachting van de eerder beschreven wielingreep nam ik een abonnement op Vélô Toulouse. Dat is dat wittefietsenplan dat in talloze Franse steden is ingevoerd. Parijs begon ermee en noemde het vélib; de steden die volgden gaven het allemaal een eigen naam, maar eigenlijk noemt iedereen het waar dan ook gewoon vélib.


Voor 25 euro per jaar (een dagabonnement kost 1,20€) mag ik op maar liefst 253 fietsstations een fiets nemen. Het eerste half uur is gratis, daarna betaal je 50 cent per half uur. Een beetje handig plannen en je fietst de hele dag gratis, als je maar op tijd je fiets (even) inlevert. En het dichtstbijzijnde station ligt op enkele meters van mijn flat!

Een geweldig systeem. Goed, ik heb wel eens een fiets gekozen die een lekke band bleek te hebben, zette hem weer terug, herhaalde de diverse handelingen met mijn vélibkaart en koos een fiets die, toen ik hem voor het postkantoor op slot wilde zetten, geen sleuteltje meer bleek te hebben. En ik heb er eentje gehad waarvan het zadel maar omlaag bleef zakken, waardoor ik me voelde als een beer op een circusfiets. Ook was mijn fietsstation een keer leeg (maar die van twee hoeken verder niet). Ik zie dagelijks een vrachtautootje langsrijden die (bijna) lege stations vult en (bijna) volle stations uitdunt. Er zijn nu eenmaal plekken waarvandaan men vooral vertrekt, en plekken waar men vooral arriveert.

Natuurlijk zullen er mensen zijn die wat te zeuren hebben.
Dat de fietsen stuk, slecht, of niet te vinden zijn. Zo was in Parijs onlangs een « Collectif des habitants du XVIIIe et des quartiers populaires de Paris » actief, dat vond dat er in de armere buurten te weinig fietsen waren. Daarom gingen ze vélibbanden stuksnijden in rijkere wijken. Na enkele dagen werd een man aangehouden die moest bekennen dat het collectif anti-vélib eigenlijk alleen uit hemzelf bestond.
Of dat fietsers een anarchistische bende van de stad maken. Dat is wel een béétje waar; de fietspaden in Toulouse zijn meestal gewoon wat witte strepen en een fiets die op stoep of straat zijn geschilderd, zonder dat er over nagedacht lijkt te zijn dat er zo weinig stoep overblijft voor de voetgangers, of dat een eenrichtingsverkeerstraatje met zowel links als rechts een fietspad behoorlijk smal wordt voor auto’s.

Maar ik verken Toulouse op de fiets.

woensdag 3 oktober 2012

Op zoek naar de top

Ik wilde de Pic du Gar beklimmen. Sommige toppen zijn te lastig om als gewone loper te bereiken, maar op die van de Gar, daar kun je komen. Zeggen ze.

Het was geen stralende dag, maar het was droog, en de voorspellingen waren goed. Ik genoot van de wandeling.






Er stonden allerlei vreemd gevormde bomen langs het pad en de vergezichten waren indrukwekkend. Wel kwamen er steeds méér wolken in plaats van minder, terwijl de méteo toch echt voorspeld had dat de zon steeds meer zou doorbreken.

De weg naar de Pic du Gar stond overal duidelijk aangegeven, met bordjes, gele strepen of steenmannetjes.







Toen ik op zo'n 1500 meter zat, waren er geen bordjes meer. Als je zo dichtbij bent, dan zie je die Pic gewoon vanzelf. Behalve als-ie in een dikke wolk zit. Het werd ijskoud. Ik kwam een paar andere wandelaars tegen die net als ik in die wolk dwaalden, op zoek naar de Pic. Niemand kon 'm vinden.


Toen ben ik maar weer naar beneden gelopen, en maakte een foto van de Pic du Gar zonder Pic. 

maandag 1 oktober 2012

Fietsen



Je zou denken dat fietsen op het platteland makkelijker is, maar gezien de heuvels in de Gers is dat niet helemaal juist. In Barcugnan fietste ik zelden (te hard omlaag, te voet omhoog), in Mirande fietste ik vaker, maar niet ver, want dan zat ik met mijn Hollandse fiets zonder versnellingen ook al gauw in te hoge heuvels, maar in Toulouse is het echte fietsen begonnen.

Er zaten wel hobbels op de weg naar fietsgeluk. Eerst was de band van mijn Hollandse fiets plat. Ik moest een fietspomp aanschaffen, speciaal voor zo’n vélo hollandais, die een stuk duurder was dan andere pompen. Dat ging twee dagen goed, toen was de band niet meer oppompbaar. Nu zou ik kunnen zeggen dat ik hem niet ging plakken omdat ik niet zo’n bekend rood bandenplakdoosje heb, maar eerlijk gezegd heb ik gewoon nooit een band kunnen plakken. Schandalig, maar waar. Aan zo’n doosje zou ik dus ook niets gehad hebben.

Ik ging weer naar de fietsenwinkel waar ik mijn pomp had gekocht. De fietsenmaker constateerde een slag in mijn wiel, die gewoon plakken zinloos maakte. Een nieuw wiel was de enige oplossing, maar dat soort rare wielen (want van een vélo hollandais), die had hij niet. Hij verwees me naar een collega die – volgens hem als enige in Toulouse – ook alles kon met Hollandse fietsen. Hij voegde er overigens aan toe dat Hollandse fietsen fantastisch waren, maar àls er iets kapot ging, ja, dan had je een probleem. In ieder geval in Toulouse.

De collega kon het inderdaad, maar had het erg druk dus moest ik een afspraak maken. Over drie weken had hij een gaatje. Drie weken voor een fietsreparatie – je kunt een stuk sneller bij de dokter terecht. Er zijn blijkbaar een hoop rarefietsenbezitters in Toulouse.
Met een zorgelijk gezicht schatte de fietsenmaker dat het zo’n 120 euro zou gaan kosten. Ai.

Inmiddels is mijn fiets gerepareerd.
‘Dat is dan 29 euro,’ zei de man bij het afrekenen.
‘129?’ zei ik, want zo onnozel ben ik.
‘Nee, 29,’ herhaalde hij.
‘Maar…’ en toen deed ik er het zwijgen toe, want ook aan mijn onnozelheid zitten grenzen.

En nu heb ik een prachtig glimmend achterwiel. De fiets rijdt als een zonnetje. En dat voor 29 euro. Dat zijn de kleine genoegens des levens.