dinsdag 19 juli 2011

Stilte

Gisterenavond was het stil in Mirande. Opvallend stil. Niet dat er iets aan de hand was, juist niet, het was een niets-aan-de-hand-stilte die opviel na vijf dagen herrie. Het was weer koentrietijd; ik schreef er vorig jaar al over. Vijf dagen lang cowboys, indianen, panfluiten, motorfietsen, Amerikaanse sirenes, linedancers en de geur van kebab, eendenvet en churros, want sommige dingen zijn op alle festivals hetzelfde.

Op het centrale plein, vlak bij mijn huisje, was het zogenaamde off-gedeelte van het festival, met kleine bandjes, spontaan gelinedans, genoemde hapjes, en kraampjes met cowboyhoeden. Het festivalterrein ligt verder, maar het geluid is een stuk professioneler en draagt ver. Thuis hoor ik niets van het off-gebeuren, maar kan ik wel het officiële programma volgen. Het stoort me niet, ik weet dat het maar vijf dagen duurt en het heeft wel wat in slaap te vallen terwijl Zucchero onder je slaapkamerraam Senza una Donna zingt. (Country is een breed begrip; het muziekprogramma varieert van Hillbilly Deluxe tot Christophe).

Alleen hond Bella leed: elke avond probeerde ze wanhopig via de trap de slaapkamers te bereiken en dat doet ze anders nooit. Haar angst voor ongewone geluiden bleek sterker dan het strenge verbod of de gladheid van de treden; alleen een in de loop van de nacht groeiende hoeveelheid stoelen voor de trap kon haar van deze klimpartijen weerhouden.

Zondagnacht verdwenen de kraampjes, maandagochtend werd ik wakker van vuilnis- en veegwagens, gevolgd door een meneer van twee straten verderop die aanklopte om te melden dat mijn fiets bij hem aan het hek hing. Waarschijnlijk een grap van een paar vrolijke cowboys; de fiets was verder ongedeerd. 's Middags verdwenen de laatste motoren en campers, de laatste cowboys en mohikanen. Toen ik 's avonds laat het rondje met Bella liep viel me dus die stilte op. Alleen de laatste kleurige vlaggetjes wapperden nog heel zachtjes in de wind.

We hebben allemaal heerlijk geslapen.