dinsdag 26 juli 2011

Nog even olympisch

Helemaal vergeten, maar op de vraag waar dat Olympische café lag, heb ik destijds antwoord gekregen: het is in Capvern, een dorpje in Hautes-Pyrenées (département 65). Ik weet niet meer of het Capvern village is (op 630 meter), of Capvern-les-Bains (op 475 meter), maar ik meen de eerste. Ze horen hoe dan ook bij elkaar.

Les bains wijst erop dat we te maken hebben met een thermische badplaats, en bij deze kun je terecht voor aandoeningen aan l'appareil urinaire et digestif maar ook voor les maladies métaboliques et la rhumatologie. Sinds 2010 kun je, mocht je geen van die aandoeningen hebben, naar het welzijncentrum (centre de bien-être) Edenvik voor het gewone badderen, zweten en luieren. Dat soort centra zijn de afgelopen jaren in bijna alle oude kuuroorden verrezen. Tijdens deze natte zomerse dagen doen ze vast goede zaken.


Mijn foto dateert van voor 2010, maar ook toen zag Capvern er niet overal zo treurig uit als de foto doet vermoeden.

zaterdag 23 juli 2011

Mijn vriendin van het postkantoor

Ik was toevallig weer eens in het postkantoor van Trie sur Baïse. Daar kom ik niet vaak meer, en ik herinner me inmiddels ook weer waarom ik er nooit graag kwam. De medewerkster is niet bepaald het zonnetje in huis.
Ooit was ik zo dom op te merken dat het eigenlijk vreemd was, dat het duurder was een brief van Frankrijk naar Nederland te sturen, dan andersom (ik weet overigens niet of dat nog steeds zo is). Het was meer een harop uitgesproken overpeinzing dan directe kritiek. Misschien komt het bijvoorbeeld, omdat Frankrijk groter is, of omdat ze vaker berg op - berg af moeten, ik noem maar wat.
De dame keek me nijdig aan en zei toen dat het ten eerste misschien helemaal niet waar was en ten tweede dat wij Belgen nu eenmaal ander geld hadden waardoor je de prijs niet kon vergelijken. De euro was toen al enkele jaren ingevoerd en België was ook toen geen deel van Nederland, maar het was een slimme opmerking, want ik was met stomheid geslagen en heb het postkantoor in verward zwijgen verlaten.

Deze keer trof ik de dame in een verlaten postkantoor terwijl ze deed alsof het vreselijk druk was. Een  karikatuur van de drukke ambtenaar. Ze kon mijn brief niet frankeren zei ze, na me een tijdje genegeerd te hebben, want er was een panne informatique.
Ik vroeg of ze hem wel zou kunnen wegen, wat ze met tegenzin deed. 101 gram. Ze kon me niet vertellen hoeveel erop moest, want ze zat dus met die panne informatique. Daarom keek ik zelf in de postkantoorfolder met alle tarieven.
"Mag ik een postzegel van 1,80 €?" vroeg ik vervolgens.
"Nee," snauwde mijn vriendin, "ik heb geen postzegels van 1,80 €."
"Het mogen ook twee postzegels zijn," zei ik. "Of drie." Soms ben ik geduldig en flexibel.

Ze sloeg zuchtend het postzegelboek open, telde zuchtend 5 postzegels uit en noteerde de waarde zuchtend op een blaadje want, zei  ze tussen twee zuchten door, dit moest ze dus nu ook allemaal opschrijven. Zelf. Met de hand. Ik besloot maar niks te zeggen van vroeger en dat het toen ook zonder computers ging.
"Ik zal het morgen nakijken," zei ze dreigend, terwijl ze de postzegels naar me toe schoof. "Of het wel klopt." Ze had blijkbaar weinig vertrouwen in de folders van la Poste, om over mijn vaardigheden maar te zwijgen.
Ik besloot de brief niet bij haar postkantoor te posten, want stel dat ze echt initiatief ging tonen en zou zien dat het 1,80 € is tot 100 gram, en dat je daarna - tot 250 gram - 4,20 € moet betalen.
Misschien zou ze mijn brief nooit versturen, omdat 101 gram geen 100 gram is.
Alsof er postzegels van 4,20€ bestaan!

woensdag 20 juli 2011

Wedstrijdje

Hoewel de meeste bezoekers van dit blog ouder dan 12 jaar zijn, kennen ze misschien mensen van onder de 12 jaar. En daar zit dan misschien weer iemand tussen die graag verhalen verzint, of tekeningen maakt. En dat is mooi, want bij Zwijsen, waar ik ook voor schrijf, organiseren ze elk jaar een wedstrijdje: de jongste kinderen mogen het omslag van een boek maken, en die van de hogere groepen verzinnen een verhaal bij een titel.

Ik mocht dit jaar de titel voor groep 7 en 8 bedenken en dat werd 'het laatste huis'. Ik stel me daar van alles bij voor en stuur dat snel weer weg, want het gaat er juist om straks het winnende verhaalidee tot een boek te maken. Dan moeten mijn eigen ideeën en beelden niet in de weg  zitten. Helaas, zoals het gaat met een wit paard waar je niet aan mag denken, ik denk nu verdomd vaak aan laatste huizen.

Het best is om nu een heel ander verhaal te verzinnen, zonder laatste huizen, zelfs zonder eerste huizen en misschien zelfs zonder een enkel huis, en me dan in oktober (de kinderen moeten hun ideeën voor 30 september insturen) op het winnende idee te storten.
Bijgaand een promotiefilmpje.


En als dat niet genoeg is, kan men ook nog op de website van Zwijsen kijken.

dinsdag 19 juli 2011

Stilte

Gisterenavond was het stil in Mirande. Opvallend stil. Niet dat er iets aan de hand was, juist niet, het was een niets-aan-de-hand-stilte die opviel na vijf dagen herrie. Het was weer koentrietijd; ik schreef er vorig jaar al over. Vijf dagen lang cowboys, indianen, panfluiten, motorfietsen, Amerikaanse sirenes, linedancers en de geur van kebab, eendenvet en churros, want sommige dingen zijn op alle festivals hetzelfde.

Op het centrale plein, vlak bij mijn huisje, was het zogenaamde off-gedeelte van het festival, met kleine bandjes, spontaan gelinedans, genoemde hapjes, en kraampjes met cowboyhoeden. Het festivalterrein ligt verder, maar het geluid is een stuk professioneler en draagt ver. Thuis hoor ik niets van het off-gebeuren, maar kan ik wel het officiële programma volgen. Het stoort me niet, ik weet dat het maar vijf dagen duurt en het heeft wel wat in slaap te vallen terwijl Zucchero onder je slaapkamerraam Senza una Donna zingt. (Country is een breed begrip; het muziekprogramma varieert van Hillbilly Deluxe tot Christophe).

Alleen hond Bella leed: elke avond probeerde ze wanhopig via de trap de slaapkamers te bereiken en dat doet ze anders nooit. Haar angst voor ongewone geluiden bleek sterker dan het strenge verbod of de gladheid van de treden; alleen een in de loop van de nacht groeiende hoeveelheid stoelen voor de trap kon haar van deze klimpartijen weerhouden.

Zondagnacht verdwenen de kraampjes, maandagochtend werd ik wakker van vuilnis- en veegwagens, gevolgd door een meneer van twee straten verderop die aanklopte om te melden dat mijn fiets bij hem aan het hek hing. Waarschijnlijk een grap van een paar vrolijke cowboys; de fiets was verder ongedeerd. 's Middags verdwenen de laatste motoren en campers, de laatste cowboys en mohikanen. Toen ik 's avonds laat het rondje met Bella liep viel me dus die stilte op. Alleen de laatste kleurige vlaggetjes wapperden nog heel zachtjes in de wind.

We hebben allemaal heerlijk geslapen.

dinsdag 12 juli 2011

Even weg

Dat ze in Dijon een geluksbrengend uiltje hebben
Ik was even bezig met de viering van een Nederlands-Engels-Luxemburgs-Servisch huwelijksfeest, dat in Luxemburg gevierd werd. Ook de reis duurde even.
Wat ik geleerd heb - behalve dat Nederlands-Engels-Luxemburgs-Servisch huwelijksfeesten heel gezellig kunnen zijn - is onder andere:

Dat er zelfs ansichtkaarten bestaan van Aires d'autoroute

En sommige aires het mooiste uitzicht bieden vanaf de wc
Het glas-in-lood van Chagall inderdaad mooi is
Dat er gouden torens zijn vol tolken en vertalers
Dat sommige mensen van nog veel verder tot Dijon reizen