dinsdag 14 juni 2011

De veelzeggendheid van een klein woordje

Die scheelt maar een letter met de, maar er is veel meer over te vertellen. Kijk maar in een willekeurig woordenboek. De, dat is een regel of twee, die krijgt al gauw een kwart pagina. Dat komt deels omdat die zowel aanwijzend, bepalingaankondigend als betrekkelijk voornaamwoord is (de tweede benaming kende ik ook niet), deels omdat het zowel neutraal als met “afkeurende gevoelswaarde” (van Dale) gebruikt kan worden.

Van dat laatste hoor ik regelmatig een voorbeeld: die Fransen. Het komt van Nederlanders met minder positieve ervaringen met vertegenwoordigers van het Franse volk of die zich, erger nog, baseren op enkele krantenartikelen, vakantie-ervaringen en verhalen van derden. 
Dan hebben we het dus niet over “Bedoelt u die Fransen, of deze?” of:  “Kent u die Fransen, die daarginder wonen?” of enig ander neutraal gebruik, maar over “die Fransen” die teveel knoflook eten teveel wijn drinken te bureaucratisch zijn te hard rijden niet kunnen rijden altijd willen inhalen ook daar waar het levensgevaarlijk is chauvinistisch zijn niet kunnen voetballen of in ieder geval nog gemener spelen dan andere voetballers altijd dezelfde liedjes zingen veel te dom zijn veel te moeilijke boeken schrijven veel te arrogant zijn niet van vrouwen kunnen afblijven kortom, het soort mensen dat niet in Frankrijk zou moeten wonen. Maar daar had ik het al eens over.

Natuurlijk zijn er – ook hier - mensen die aan een of zelfs meerdere van deze kenmerken voldoen.  
Maar de Fransen en die Fransen zijn ook mijn Fransen. Het is een beetje zoals met familie: je mag er zelf over zeuren, maar anderen mogen dat met mate, en slechts uit persoonlijke ervaring. Nederlanders zijn ook niet alleen maar die Hollanders die teveel bier drinken te hard praten grof  bot arrogant en onbeleefd zijn niet kunnen autorijden veel te lang zijn altijd zeiken alles beter weten kortom enzovoort. Toch?