zaterdag 26 februari 2011

Stadion

In Mirande heb je, net als in een heleboel andere eigenlijk niet zo grote stadjes, een stadion. Meestal zijn ze vernoemd naar een beroemde burger van dat stadje (iedereen weet wie dat was, behalve de verse import), maar hier heb ik geen naam kunnen vinden.
Het is gewoon een sportpark; hier in het zuidwesten natuurlijk bedoeld voor rugby. Eens per jaar is het tevens het festivalterrein voor ons welbekende countryfestival, dat in 2012 haar 20e verjaardag viert waarvoor men - zo gaat het gerucht - Bob Dylan EN (of?) Bruce Springsteen probeert te contracteren. Ja, ja, noteer maar vast in de agenda als u fan is.

Tegen die tijd moet het nieuwe stadion klaar zijn, gelegen tegenover het redelijk grote en veel nieuwere voetbalveld. Visueel is, vind ik persoonlijk, alleen het Parc des Sports interessant, maar ik zal toch binnenkort wat plaatjes maken van het nieuwe muziekstadion, in aanbouw een klein eindje buiten de stad en vooral opvallend door de gigantische hoeveelheid zonnepanelen. De lokale oppositiepartij vindt het maar niets (véél te duur); ik zal er eens onschuldig naar te informeren als we volgende week naar de welkomsborrel gaan op de Mairie, georganiseerd voor de nieuwe inwoners van Mirande.

maandag 21 februari 2011

Op de koffie

Toen ik onlangs in mijn oude dorp was, besloot ik even bij buurman Robert langs te gaan.  Dat was ik al langer van plan, maar stelde ik steeds uit. Robert heeft een beperkt aantal gespreksonderwerpen: zijn gezondheid en de operaties die hij heeft ondergaan, de voortplanting van onze hond Bella, en ons zwembadje. Dat badje hebben we al lang niet meer, het was zo’n plastic geval, ideaal voor wie met bescheiden financiële middelen toch wil poedelen, maar ze gaan slechts een paar jaar mee. Of het nou in de tuin stond of niet, het bracht Robert er altijd op dat er mensen zijn die graag naakt zwemmen. Hond Bella inspireerde hem tot het onderwerp voortplanting in het algemeen, en zijn gezondheid en operaties hadden op de een of andere manier altijd met testikels te maken. Robert was de enige dorpsgenoot die niet zelf het weer ter sprake bracht; daar begonnen wij altijd maar over.

Ik voelde me schuldig dat ik hem sinds de zomer niet meer gesproken had. Hij was toch jarenlang onze buurman, en voorzag ons regelmatig van eieren, kool en tomaten. Robert zat in de keuken, waar de tafel al gedekt was voor het middagmaal: twee diepe borden en een homp brood op een oude krant. Zijn oudere broer was zoals gewoonlijk in de moestuin aan het werk. Robert zette een steelpannetje koffie op. Al gauw kwamen operaties ter sprake (ik zal niet in detail treden), hond Bella (loops noch zwanger) en vervolgens deed Robert zijn beklag over het matige televisieaanbod van de laatste tijd. Een nieuw onderwerp, en ik was het in principe wel met hem eens, maar bracht er toch tegenin dat ik pas een mooie film* had gezien op Arte. Het was een treurige film, dat wel, over een aantal Iranese vrouwen die allemaal in een andere, maar even hopeloze, situatie zaten. ‘Ja, maar vroeger,’ zei Robert, en wierp een snelle blik naar buiten, waar broer nog altijd bezig was in de moestuin, ‘had je rond middernacht van die films van, nou ja, je weet wel, van vrouwen die helemaal bloot zijn en mannen die…’ Ik begreep dat we het niet over hetzelfde genre hadden (in mijn film liepen de vrouwen juist gesluierd rond), nam een slok van de gloeiend hete koffie en mompelde dat middernacht erg laat was voor mij.
‘Heb je in Mirande ook het zwembad neergezet?’ vroeg Robert nu. En hij legde uit dat het zomers zo warm kan zijn, dat je zelfs mensen hebt die naakt zwemmen. Echt waar!

De koffie was op. Bij vertrek vielen mij de twee paarse gordijntjes op, die voor de ruitjes van de voordeur zaten, opengehouden met twee wasknijpers. 'Leuk,' wees ik, 'ook nieuw, net als het behang?' Dat was me in de keuken namelijk opgevallen, dat daar in plaats van het behang met koffiepotten nu behang met paprika’s zat. 'Nou, dat kwam zo,' antwoordde Robert enthousiast, 'een keer ging de telefoon. En ik stond onder de douche! Dus ik ging opnemen en ik was helemaal bloot!' Hij voegde hieraan toe dat hij niet bloot gezien wilde worden. Behalve dan door mij.

Ik reed enigszins verward en bezoedeld terug naar Mirande. Mocht ik er al ooit de fysiek voor hebben gehad; ik heb in ieder geval nooit de ambitie gehad pin-up te worden. Echt niet. 


* De cirkel van Jafar Panahi. Panahi werd onlangs veroordeeld tot zes jaar gevangenis en een verbod van twintig jaar om films te maken, interviews te geven of het land te verlaten.  

vrijdag 18 februari 2011

Pen

Afgelopen dinsdag zat ik op het Forum des Métiers op het collège van dochter. Sommige van haar klasgenoten - degenen die 'découverte professionnelle' doen - hadden dat georganiseerd, en ik was erg trots er ook voor gevraagd te worden. Eindelijk werd ik ook beschouwd als iemand met een métier! In plaats van een vage zelfstandige die zich met onduidelijke dingen bezighoudt bedoel ik.
Er waren brandweer- en politiemannen, psychologen, een meneer van de regionale krant, een fysiotherapeut, een logopediste, winkeliers, timmermannen enzovoort. Wel 40 métiers hadden de leerlingen (allemaal zo rond de 15 jaar) weten te vinden. En ook aan mijn tafel kwamen bezoekers, andere leerlingen dus, naar mijn métier informeren.

De jonge organisatoren ontvingen de deelnemers bij de ingang en waren allen op hun kerstbest (dat lijkt me toepasselijker dan paasbest, omdat het winterse nette kleren waren met veel zwart) gekleed. Sommige jongens droegen zelfs een pak-met-stropdas, wat ik erg vertederend vond en er waarschijnlijk op wijst dat ik echt oud word. Ze hadden mijn naam foutloos op een kaartje geschreven en eronder stond 'ecrivain', hoewel ik vooral informatie heb verschaft over het ook zo mooie beroep van tolk/vertaalster. Halverwege kwamen ze met koffie langs (het duurde slechts anderhalf uur), ik kreeg ook nog een flesje water en na afloop waren er hapjes en vruchtensap.

Pas toen ik er zat, begreep ik dat het helemaal door de leerlingen was georganiseerd. Ik was blij dat ik niet gereageerd had op de bevestigingsbrief. Daarin stond onder meer dat je kon doorgeven of je behoefte had aan bijvoorbeeld een schoolbord, een videoprojector of een pen. Ik had bijna gebeld om te zeggen dat ik een pen nodig had. Dat zou een heel flauwe grap zijn geweest, die bovendien niet paste bij hun serieuze toewijding. En ik ga écht nooit de deur uit zonder pen.

woensdag 16 februari 2011

waar is dit?

Sommige bloggers hebben af en toe een "raadt de plaat" of anders geformuleerde fotoherkenwedstrijd. Op zich leent deze foto zich daar ook leuk voor, ware het niet dat ik zelf vergeten ben waar het was. Niet zo héél ver van hier, maar toch ook weer niet zo dichtbij dat ik er vaak langs kom. Eigenlijk ben ik er maar één keer langsgekomen denk ik. Ik weet dat ze binnen ansichtkaarten verkochten die ongeveer even oud waren als de Olympische ringen buiten. Très charmant, vond ik.


Aangezien ik vanmorgen een radioreclame hoorde die ons luisteraars opriep de kandidatuur van Annecy  voor de winterspelen van 2018 te steunen, leek het me wel een aardig moment een Olympisch plaatje te posten. Hoe wij als luisteraars deze kandidatuur moeten steunen weet ik niet. Misschien gewoon door enthousiasme uit te stralen, en geloof in de kansen van Annecy, die volgens mijn bron klein zijn.
Al maakt het mij persoonlijk niet echt uit of het München, Pyeongchang (heb ik opgezocht) of Annecy wordt, heb ik bij deze toch mijn Olympische bijdrage geleverd.

En als iemand weet waar ik die foto gemaakt heb...

woensdag 9 februari 2011

gevonden

Toen ik ruim een jaar geleden over een duivenschietende dorpsgenoot schreef, kon ik nergens de foto's vinden die ik toch zeker wist ooit te hebben gemaakt. Nu ben ik op zoek naar andere plaatjes en kom ik die palombières opeens tegen (en niet wat ik zocht, maar dat terzijde).
Dus ik zet ze gewoon toch even neer; de foto's komen ook uit de maand februari, maar dan die van 2007. Toen was het zo te zien ook mooi weer.



zondag 6 februari 2011

Sjaak Allesgoed

Je hebt hier in Frankrijk de Loi Toubon, de wet uit 1994 genoemd naar de toenmalige minister van Cultuur Jacques Toubon en gericht op de bescherming van de Franse taal tegen engelstalige vervuiling. Zo staat dat niet in die wet, het gaat om de "défense du français en tant que langue de la République", en de verplichting haar te gebruiken en te verrijken, maar de bescherming betreft vooral het Engels, en de verrijking vindt plaats door Franse woorden te verzinnen voor Engelse begrippen. Vanwege dat Engels wordt Jacques Toubon ook wel Jack Allgood genoemd.

Hij heeft mooie woorden opgeleverd, die wet. Ordinateur is waarschijnlijk het bekendst, maar baladeur (walkman) vind ik mooier. Logiciel (software) en fournisseur (provider) waren even wennen; courriel (voor courrier électronique, e-mail dus) is leuk, maar heeft het niet helemaal gered en télécharger vind ik duidelijker dan downloaden, en is bovendien makkelijker te vervoegen.
Dat je woorden in je eigen taal bedenkt voor begrippen die oorspronkelijk van elders komen, vind ik ook mooi. Ik behoor tot die zeikerds die zich in Nederland ergeren aan 'al dat Engels', vooral als dat gebruikt wordt als er gewoon Nederlandse begrippen voor bestaan. Ik geef toe dat het ook wel iets arrogants en tegelijkertijd oubolligs en xenofoob heeft, je zo vast te houden aan je eigen taal, maar het is toch zeker ook charmant. (Ja, het Nederlands heeft woorden uit allerlei talen overgenomen, ik weet het). Bovendien stel ik me er een commissie bij voor met keurige dames en heren die uren discussiëren over een adequate franstalige vervanger van podcast, of peepshow. Dat is werk waar je toch de nodige taalfantasie voor nodig hebt.

De loi Toubon gaat niet alleen over nieuwe woorden, maar vooral over het belang om in het Franse openbare leven Frans te gebruiken. Meneer Toubon wenste overigens een strengere wet, maar die raakte in de knoop met de vrijheid van expressie. Je kunt iemand nu eenmaal niet verplichten numérique te gebruiken, als hij de voorkeur geeft aan digital, zeker niet in het privéleven. Nu wordt numérique toevallig veel gebruikt, maar ik ken niemand die het over een bogue heeft als hij een bug bedoelt, en het café hier om de hoek heeft gewoon een zone WIFI, en geen zone ASFI (accès sans fil).

Een nadeel van de wet, of in meer algemene zin: van het vasthouden aan het Frans, is dat Franstalige wetenschappelijke artikelen steeds minder worden gelezen door niet-Franse vakbroeders, wat ertoe leidt dat Franse universiteiten steeds lager scoren op internationale wetenschappelijke overzichten, en relatief weinig (veelbelovende) buitenlandse studenten aantrekken. En zo'n isolement zit een hoop mensen toch niet echt lekker.
Er komt langzaam, maar gestaag verandering in de visie op het Engels, en dat is nodig. Engels is nu eenmaal de internationale taal van de 21e eeuw, en dat zal het voorlopig ook wel blijven. 
Ondertussen hoop ik dat ze mooie woorden blijven verzinnen.

ps
Op de website van de DGLFLF (la délégation générale à la langue française et aux langues de France - over eenvoudig taalgebruik gesproken) is een mooi promotiefilmpje te vinden, en je kunt er onder veel meer ook doorklikken naar 'France Terme', als u per se het juiste Franse woord wil gebruiken.  


donderdag 3 februari 2011

Dus toch...

de Gaulle.
Dit kreeg ik gisteren binnen: "Frankrijk is een prachtig land, alleen jammer dat er zoveel Fransen wonen." Dat zou de Gaulle, volgens W.L. Brugsma in 'Verzoening maakt vrij' (HP/de Tijd, 16-05-1997), gezegd hebben. Waar en wanneer weet ik nog niet, maar dit is vast een enorme stap voorwaarts.
Met dank aan Monique, die zich een engel betoonde en het hier vond.

de Gaulle Allées te Mirande
ps
Ik heb hier 'Frans met de Fransen' in de kast staan, van H.L. Wesseling, en dat heb ik ook gelezen, maar alweer even geleden, want ik was vergeten dat hij al op de eerste bladzijde ook Jorritsma noemt, en dan verwijst naar de Gaulle, "die zelf vaak verzucht heeft: 'Ah! que la France serait belle sans les Français.'" Met een keurige noot naar het boek 'En écoutant de Gaulle' van Claude Guy uit 1996.

woensdag 2 februari 2011

jammer

Je hebt die vreselijke uitdrukking over Frankrijk. Ik zal 'm opschrijven, maar dat is dus niet omdat ik het ermee eens ben: 'Een mooi land, jammer dat er Fransen wonen'. Ik kwam de uitdrukking weer tegen in het boek 'Het gedroomde paradijs' dat, inderdaad, over Frankrijk gaat. Daar wordt hij toegeschreven aan de VVD-politica Annemarie Jorritsma. Jorritsma?! Ik begon meteen te twijfelen aan het niveau van het boek, en ik was pas op de vierde pagina.

Ik dacht dat de uitdrukking oorspronkelijk van Annie M.G. Schmidt kwam en ging op zoek naar bewijzen, maar vond die helaas - vooralsnog - niet. Ik leerde wel dat Annie M.G. tussen 1972 en 1981 in Frankrijk woonde (Grasse), en las meerdere malen haar beroemdste opmerking, namelijk dat de Nederlandse roman een langzame coïtus is, maar daar was ik niet mee bezig. De zoekopdracht met Frankrijk, Fransen en jammer bracht me op allerlei sites waar het bewuste citaat vooral werd gebruikt in reacties, opvallend vaak omringd door taalfouten, waarvan ik 'die kudt-Fransen' de interessantste vond. Slechts één keer werd het citaat nogmaals aan Jorritsma toegeschreven, verder stond er hooguit 'men zegt wel dat'.

Nu heb ik ook gehoord dat de Gaulle dit over zijn eigen land gezegd zou hebben. Wat er tegen pleit, is dat ik deze opmerking nooit in het Frans, Engels of andere taal heb gehoord, terwijl de Gaulle hier toch regelmatig aangehaald wordt. (Mijn favoriet: "Comment voulez-vous gouverner un pays où il existe 258 variétés de fromage?"). Toch ben ik nog zeker zo'n 100 citaten van de Gaulle langsgegaan (de Gaulle, de Cruijff van Frankrijk?). Daar zaten hele mooie bij, maar niet deze.

Is er iemand die weet wie deze zin voor het eerst gebezigd heeft?