donderdag 15 december 2011

woordstrijd

Onlangs vond het XYZ-festival weer plaats, het festival waar elk jaar mooie nieuwe woorden (uit-)gevonden worden. Ik schreef er vorig jaar al over, toen phonard de winnaar was. De winnaar van dit jaar is het woord attachiant. Dat is iets lastiger uit te leggen dan een phonard (vervelende mobiele beller). Attachiant komt van attachant (innemend, lief) en chiant (strontvervelend). Iemand die attachiant is, is dus tegelijk lief en strontvervelend ofwel (zo luidde de uitleg in de krant): een vervelend iemand waar je toch niet zonder kunt.
Ik zag daar niet meteen een persoon bij, maar moest eerlijk gezegd wel meteen aan hond Bella denken. Ook de katten kunnen behoorlijk attachiant zijn als ze luid spinnend op mijn toetsenbord gaan liggen.
Hoe je het moet vertalen is een tweede. Ik dacht aan een combinatie van vervelend + vertederend (vervederend? vertedend?), maar dierblaar geeft het dubbele gevoel misschien beter weer.

Op de dag dat ik over deze woordwinnaar las, las ik toevallig ook over de woord van het jaar wedstrijd van van Dale in Nederland. Het grote verschil is, dat je bij XYZ woorden uitvindt, terwijl de Nederlandse wedstrijd alle nieuwe woorden - die dus al uitgevonden zijn - inventariseert. Een cultuurverschil in taalomgang.
Terwijl je bij de van Dalewedstrijd nog t/m 19 december kunt stemmen, is ondertussen (door wie en waar is me niet duidelijk) elders al het mooiste nieuwe woord van 2011 verkozen: wildbreien.
Binnenkort moet daar ook een Frans woord voor komen, want het wordt hier in Mirande tijd voor een beetje guerilla-, graffiti- ofwel urban knitting. Aangezien de Amerikanen - de uitvinders van het fenomeen - het ook hebben over knittivism, denk ik aan tricotisme.  Ik heb de breinaalden al tevoorschijn getrokken.

woensdag 30 november 2011

De tijd van de kalenders

Vroeger hadden wij thuis een adventskalender met een tekening met veel sneeuw en engeltsje en kerstbomen, en achter 25 december een kerststalletje. Later had ik zoiets ook voor mijn kinderen. Als je er na de feestdagen een tijdje een stevig boek op legde, bleven die deurtjes het jaar daarop ook wel weer dicht zo lang het nodig was.

Met de moderne adventskalender is dat anders. Daar moet achter elk deurtje iets lekkers zitten en het jaar daarop is-ie niet meer bruikbaar. Ook wel leuk, vonden  in ieder geval mijn kinderen, maar is het nou echt nodig?En moeten ze echt zo vreselijk lelijk zijn?

Gelukkig zijn er ook nog wel mooie houten adventskalenders te vinden die je elk jaar opnieuw kunt vullen. Dat wil zeggen, ik weet dat ze bestaan, maar heb zelf nog geen mooie kunnen vinden.

Het adventskalender-dieptepunt zag ik onlangs in de Carrefour.


zaterdag 29 oktober 2011

Kapje af

Bella liep al ruim twee maanden met dat kapje om haar hoofd en fistels aan haar achterste. Ondanks een operatie, gruwelijk dure medicijnen, een nieuw dieet en vervolgens homeopatische medicijnen ging het niet echt beter.
En toen was daar Jeroen met een restje groene klei, die alle viezigheid uit Bella zou trekken. 
Ik was inmiddels overal toe bereid en dolblij met iemand met nieuwe ideeën en moed. We smeerden Bella in en zo liep ze met een groen bekleide kont en zonder kapje tevreden door het gasconse landschap. We knapten er beiden enorm van op.
Ik ging snel naar de biologische winkel in Mirande om meer groene klei te kopen. Die van hun zat in een andere zak en werd verkocht als gezicht- en haarmasker voor mensen.
"Ik zoek klei voor de billen van mijn hond," zei ik tegen de dame.
"Daar kunt u deze ook voor nemen," antwoordde ze. "Ik had gisteren nog een boer die een doos kocht voor zijn koeien." Ik zag meteen een weiland voor me met koeien met gezichtsmaskertjes, maar klei is gewoon multifunctioneel.
Sindsdien krijgt Bella dus dagelijks een billenmaskertje en blijft het kapje af.
We nemen tevens ons kapje af voor Jeroen.

dinsdag 25 oktober 2011

Steenmannetje

In de bergen - of in ieder geval in de Pyreneeën en op Corsica, de rest ken ik nog niet goed genoeg - worden de stenenstapeltjes, die zo handig zijn als je niet helemaal zeker weet of je goed loopt, cairns genoemd. Dat klinkt als kern, maar ik neem aan dat dat toeval is, al kom je in de bergen wel aardig tot de kern. Volgens de wikipedia komt dit woord van het Schotse càrn, wat verder hetzelfde betekent.
In het Nederlands heten ze steenmannetjes, een leuk woord. Of zou het steenmensjes moeten zijn?
Ik had al een Corsicaanse cairn geplaatst, bij deze een Pyrenese. Extra praktisch als het mist.

woensdag 19 oktober 2011

Eerste keren

Over sommige eerste keren wordt nogal wat ophef gemaakt, soms tot op het dramatische af. Dat eerste stapje van je kind, hoe vaak hoor je dat niet in discussies over werkende moeders!
Alsof een kind maar een stap zet. En alsof het na die ene stap uit is met nieuwe stappen in het leven. Ik zet er nog regelmatig eentje.

Zo heb ik van de zomer voor het eerst van mijn leven een afwasmachine aangeschaft (hij wast zo matig dat ik al lang weer achter het teiltje sta), en voor het eerst in een refuge geslapen. Dat laatste was tijdens een fantastische driedaagse wandeling met zoon in de Pyreneeën. We vertrokken in dikke mist en dat was maar goed ook, want als ik had kunnen zien hoe hoog we dag één moesten klimmen had ik niet zo vrolijk doorgelopen.

De eerste refuge was helemaal top, de tweede was voller en dan lig je wel krap. Bovendien stoot ik een onbekende snurker minder makkelijk aan, al heb ik ook dat deze  zomer voor het eerst gedaan.

Op weg naar refuge 1, die van Migouélou.

Refuge, de wolken beginnen te verdwijnen.

De volgende ochtend. De wolken halen ons niet meer in. 

Onderweg, een hondenbeest.

Dag drie, een stukje door Spanje. 
Mooi hè.

zondag 11 september 2011

Toegift

Ondertussen loopt Bella dus al weken met dit kapje.



Spullen


Wie wat bewaart, heeft soms wat teveel.
Dat gevoel heb ik als een boek niet meer in de boekenkast past, ik iets zoek en alleen maar zaken vind die ik vergeten was, of tijdens een opruimactie. En dan ben ik niet eens extreem bewaarderig.
Het gevoel overviel me een tijd terug ook toen we in de bloedhitte wat van dat teveel aan de mens probeerden te brengen op een vide grenier, tussen allemaal andere mensen die dat ook probeerden. Kopers waren er weinig, want die zaten met een koel drankje aan de rand van het zwembad, of onder een grote eikenboom.
Na een tijdje kon ik alleen maar denken: wat veel spullen! Zoveel spullen! Wat moeten we allemaal met al die spullen? (Spullen kun je ook in gedachten lekker dik uitspreken, met een uitgezakte u en luie ellen).

Toen kreeg ik dat ook met bezigheden. Je hebt van die momenten, zeker in het freelance bestaan, dat de ene opdracht na de andere binnenkomt waarop je, omdat je ook de barre tijden kent waarin er juist niets komt, eigenlijk altijd ja zegt. En ondertussen was het zomervakantie, moest de hond geopereerd, bleek ik een kroon nodig te hebben, waren er vrienden en reisjes en uitjes en partijtjes, en moest het geld ook verdiend worden. Zo rolde ik niet eens van het een in het ander, maar stuiterde ongericht en onrustig rond. Het is dat je het niet zo lekker kunt uitspreken, bezigheden, maar ik vroeg me soms wel af wat ik met al die bezigheden moest.

Volgens bloghandboeken moet je je niet gaan excuseren dat je er weinig of niet was, als blogger.  Maar wat kan het mij schelen. Excusez-moi, maar het bloggen schoot er nogal eens bij in. En het zal nog wel een zooitje blijven. Maar ik hou er niet mee op. Want wie wat bewaart, die heeft wat hè. En een blog raak je op een vide grenier nog niet aan de straatstenen kwijt.

donderdag 1 september 2011

Nog even Corsica, voor de school weer begint

Ik heb niet zoveel met de kleine keizer, maar dit vond ik mooi.

En dit is natuurlijk nog veel mooier.

Wij dachten toch echt dat dit kogelgaten waren, want wat is het anders?

Ook in Corsica blijken deze stapeltjes cairn te heten. Net als in de Pyreneeën.

Voor iemand die een zwak heeft voor varkentjes was dit wel een van de hoogtepunten. 
Ik vind het zelf nogal vervelend als mensen roepen dat ze het zo waanzinnig druk hebben, dus dat hoor je mij niet doen, maarre... heel rustig is het nou ook weer niet. Daarom nog een visueel intermezzo en daarna... 

donderdag 25 augustus 2011

Postbode Guy

Op Corsica gingen we - al was het behoorlijk warm - ook wandelen. Niet hele dagen, maar toch wel af en toe hele uren. Een wandeling ging naar Girolata, een dorpje dat alleen via een smal paadje (2 uur lopen), of over zee bereikbaar is.
In Girolata wonen 's winters nog 15 mensen; 's zomers is het wat drukker. Stukken drukker eerlijk gezegd: per boot komen dagelijks zo'n 2000 mensen langs en dan zijn er ter plekke ook veel meer handen nodig. Ik las een interview met een echte Girolater; de laatste die - in 1949 - in dit dorp geboren was. Op de dorpsschool, waar zijn moeder les gaf, zaten toen 45 kinderen.

Het pad  naar Girolata wordt ook Le sentier de Guy le Facteur genoemd, wat veel meer tot de verbeelding spreekt. Zwetend en klimmend vroeg ik me af wanneer Guy hier gelopen had met zijn postzakken, en hoe vaak hij dat dan deed. Ik ging op zoek naar een ansichtkaart en verwachtte een zwart-wit afbeelding van 100 jaar geleden. Maar Guy is nog helemaal niet zo lang met pensioen. Ik vond een kaart bij het caféetje op de parkeerplaats waar de wandeling begon. Als de post niet per boot kon worden gebracht, dan deed Guy het.  Hij heeft dan ook nog steeds een uitstekende conditie.



zaterdag 13 augustus 2011

Pauze

Ik pauzeer even op Corsica, na een hectische periode waarin ik al die geplande stukjes niet kon plaatsen en hier is gewoon lekker weinig wifi. Perfect, eigenlijk.

dinsdag 26 juli 2011

Nog even olympisch

Helemaal vergeten, maar op de vraag waar dat Olympische café lag, heb ik destijds antwoord gekregen: het is in Capvern, een dorpje in Hautes-Pyrenées (département 65). Ik weet niet meer of het Capvern village is (op 630 meter), of Capvern-les-Bains (op 475 meter), maar ik meen de eerste. Ze horen hoe dan ook bij elkaar.

Les bains wijst erop dat we te maken hebben met een thermische badplaats, en bij deze kun je terecht voor aandoeningen aan l'appareil urinaire et digestif maar ook voor les maladies métaboliques et la rhumatologie. Sinds 2010 kun je, mocht je geen van die aandoeningen hebben, naar het welzijncentrum (centre de bien-être) Edenvik voor het gewone badderen, zweten en luieren. Dat soort centra zijn de afgelopen jaren in bijna alle oude kuuroorden verrezen. Tijdens deze natte zomerse dagen doen ze vast goede zaken.


Mijn foto dateert van voor 2010, maar ook toen zag Capvern er niet overal zo treurig uit als de foto doet vermoeden.

zaterdag 23 juli 2011

Mijn vriendin van het postkantoor

Ik was toevallig weer eens in het postkantoor van Trie sur Baïse. Daar kom ik niet vaak meer, en ik herinner me inmiddels ook weer waarom ik er nooit graag kwam. De medewerkster is niet bepaald het zonnetje in huis.
Ooit was ik zo dom op te merken dat het eigenlijk vreemd was, dat het duurder was een brief van Frankrijk naar Nederland te sturen, dan andersom (ik weet overigens niet of dat nog steeds zo is). Het was meer een harop uitgesproken overpeinzing dan directe kritiek. Misschien komt het bijvoorbeeld, omdat Frankrijk groter is, of omdat ze vaker berg op - berg af moeten, ik noem maar wat.
De dame keek me nijdig aan en zei toen dat het ten eerste misschien helemaal niet waar was en ten tweede dat wij Belgen nu eenmaal ander geld hadden waardoor je de prijs niet kon vergelijken. De euro was toen al enkele jaren ingevoerd en België was ook toen geen deel van Nederland, maar het was een slimme opmerking, want ik was met stomheid geslagen en heb het postkantoor in verward zwijgen verlaten.

Deze keer trof ik de dame in een verlaten postkantoor terwijl ze deed alsof het vreselijk druk was. Een  karikatuur van de drukke ambtenaar. Ze kon mijn brief niet frankeren zei ze, na me een tijdje genegeerd te hebben, want er was een panne informatique.
Ik vroeg of ze hem wel zou kunnen wegen, wat ze met tegenzin deed. 101 gram. Ze kon me niet vertellen hoeveel erop moest, want ze zat dus met die panne informatique. Daarom keek ik zelf in de postkantoorfolder met alle tarieven.
"Mag ik een postzegel van 1,80 €?" vroeg ik vervolgens.
"Nee," snauwde mijn vriendin, "ik heb geen postzegels van 1,80 €."
"Het mogen ook twee postzegels zijn," zei ik. "Of drie." Soms ben ik geduldig en flexibel.

Ze sloeg zuchtend het postzegelboek open, telde zuchtend 5 postzegels uit en noteerde de waarde zuchtend op een blaadje want, zei  ze tussen twee zuchten door, dit moest ze dus nu ook allemaal opschrijven. Zelf. Met de hand. Ik besloot maar niks te zeggen van vroeger en dat het toen ook zonder computers ging.
"Ik zal het morgen nakijken," zei ze dreigend, terwijl ze de postzegels naar me toe schoof. "Of het wel klopt." Ze had blijkbaar weinig vertrouwen in de folders van la Poste, om over mijn vaardigheden maar te zwijgen.
Ik besloot de brief niet bij haar postkantoor te posten, want stel dat ze echt initiatief ging tonen en zou zien dat het 1,80 € is tot 100 gram, en dat je daarna - tot 250 gram - 4,20 € moet betalen.
Misschien zou ze mijn brief nooit versturen, omdat 101 gram geen 100 gram is.
Alsof er postzegels van 4,20€ bestaan!

woensdag 20 juli 2011

Wedstrijdje

Hoewel de meeste bezoekers van dit blog ouder dan 12 jaar zijn, kennen ze misschien mensen van onder de 12 jaar. En daar zit dan misschien weer iemand tussen die graag verhalen verzint, of tekeningen maakt. En dat is mooi, want bij Zwijsen, waar ik ook voor schrijf, organiseren ze elk jaar een wedstrijdje: de jongste kinderen mogen het omslag van een boek maken, en die van de hogere groepen verzinnen een verhaal bij een titel.

Ik mocht dit jaar de titel voor groep 7 en 8 bedenken en dat werd 'het laatste huis'. Ik stel me daar van alles bij voor en stuur dat snel weer weg, want het gaat er juist om straks het winnende verhaalidee tot een boek te maken. Dan moeten mijn eigen ideeën en beelden niet in de weg  zitten. Helaas, zoals het gaat met een wit paard waar je niet aan mag denken, ik denk nu verdomd vaak aan laatste huizen.

Het best is om nu een heel ander verhaal te verzinnen, zonder laatste huizen, zelfs zonder eerste huizen en misschien zelfs zonder een enkel huis, en me dan in oktober (de kinderen moeten hun ideeën voor 30 september insturen) op het winnende idee te storten.
Bijgaand een promotiefilmpje.


En als dat niet genoeg is, kan men ook nog op de website van Zwijsen kijken.

dinsdag 19 juli 2011

Stilte

Gisterenavond was het stil in Mirande. Opvallend stil. Niet dat er iets aan de hand was, juist niet, het was een niets-aan-de-hand-stilte die opviel na vijf dagen herrie. Het was weer koentrietijd; ik schreef er vorig jaar al over. Vijf dagen lang cowboys, indianen, panfluiten, motorfietsen, Amerikaanse sirenes, linedancers en de geur van kebab, eendenvet en churros, want sommige dingen zijn op alle festivals hetzelfde.

Op het centrale plein, vlak bij mijn huisje, was het zogenaamde off-gedeelte van het festival, met kleine bandjes, spontaan gelinedans, genoemde hapjes, en kraampjes met cowboyhoeden. Het festivalterrein ligt verder, maar het geluid is een stuk professioneler en draagt ver. Thuis hoor ik niets van het off-gebeuren, maar kan ik wel het officiële programma volgen. Het stoort me niet, ik weet dat het maar vijf dagen duurt en het heeft wel wat in slaap te vallen terwijl Zucchero onder je slaapkamerraam Senza una Donna zingt. (Country is een breed begrip; het muziekprogramma varieert van Hillbilly Deluxe tot Christophe).

Alleen hond Bella leed: elke avond probeerde ze wanhopig via de trap de slaapkamers te bereiken en dat doet ze anders nooit. Haar angst voor ongewone geluiden bleek sterker dan het strenge verbod of de gladheid van de treden; alleen een in de loop van de nacht groeiende hoeveelheid stoelen voor de trap kon haar van deze klimpartijen weerhouden.

Zondagnacht verdwenen de kraampjes, maandagochtend werd ik wakker van vuilnis- en veegwagens, gevolgd door een meneer van twee straten verderop die aanklopte om te melden dat mijn fiets bij hem aan het hek hing. Waarschijnlijk een grap van een paar vrolijke cowboys; de fiets was verder ongedeerd. 's Middags verdwenen de laatste motoren en campers, de laatste cowboys en mohikanen. Toen ik 's avonds laat het rondje met Bella liep viel me dus die stilte op. Alleen de laatste kleurige vlaggetjes wapperden nog heel zachtjes in de wind.

We hebben allemaal heerlijk geslapen.

dinsdag 12 juli 2011

Even weg

Dat ze in Dijon een geluksbrengend uiltje hebben
Ik was even bezig met de viering van een Nederlands-Engels-Luxemburgs-Servisch huwelijksfeest, dat in Luxemburg gevierd werd. Ook de reis duurde even.
Wat ik geleerd heb - behalve dat Nederlands-Engels-Luxemburgs-Servisch huwelijksfeesten heel gezellig kunnen zijn - is onder andere:

Dat er zelfs ansichtkaarten bestaan van Aires d'autoroute

En sommige aires het mooiste uitzicht bieden vanaf de wc
Het glas-in-lood van Chagall inderdaad mooi is
Dat er gouden torens zijn vol tolken en vertalers
Dat sommige mensen van nog veel verder tot Dijon reizen

donderdag 30 juni 2011

Nog ééntje

Geen drankje, maar een plaatje dus. Want deze is ook heel erg mooi: de arena van Castelnau Rivière Basse (prachtige naam ook).


zondag 26 juni 2011

En dat andere stierengebeuren


Ik kan wel doen alsof er in het zuidwesten alleen maar vredelievende niet-stierendodende mensen leven, maar dat is niet helemaal waar. Er is minstens één plek waar "gewoon" wordt gestierenvochten of stierengevecht, en dat is in Vic Fézensac. Ze doen het niet zo vaak...
Maar ze organsieren er wel een groot feest omheen, met pinksteren en dat heet dan Pentecote à Vic. Daar ben ik nooit bij geweest, maar ik ben wel op andere momenten in deze Vic geweest, en dan zijn er nog wel wat stierensporen te vinden.

woensdag 22 juni 2011

Nog wat stieren

Mirande heeft geen arena, maar als je iets meer in westelijke richting gaat kom je er steeds meer tegen. Dit als vertraagd vervolg op mijn stierenspringersansichtkaart. Ik liet al eens een plaatje van de arena van Nogaro zien, maar ik heb er nog meer.
Die van Plaisance bijvoorbeeld, onder een dreigende zomerhemel.


donderdag 16 juni 2011

L’homme est-il condamné à se faire des illusions sur lui-même?

Dat zijn niet mijn woorden. Ik weet niet eens of ik in staat ben ze te vertalen. "De mens is gedoemd om te illusies over zichzelf" zegt Google traduction (altijd leuk). Dat illusies volgens hen een werkwoord is (ik illus? Ik illusie?) is verrassend, maar 'gedoemd' is een goede.
Is de mens gedoemd illusies over zichzelf te maken? - zoiets. Het was het onderwerp dat zoon had uitgekozen vanmorgen, voor zijn examen filosofie. Terwijl men in Nederland op zijn eindexamenuitslagen wacht, of net binnen heeft, zijn de eindexamens hier vandaag begonnen.
Zoon heeft in vier uur tijd (langer hadden ze niet) tien kantjes volgeschreven over doem en illusies. Ik bekeek hem met een mengsel van gepast ontzag en moederlijke trots. Ik zou daar écht niet vier uur en tien blaadjes over vol weten te schrijven, daar maak ik me geen illusies over.

dinsdag 14 juni 2011

Dan maar in papieren vorm

als ik het al bloggend enigszins laat afweten.
Sinds enige dagen namelijk in de winkel: het zomernummer van Leven in Frankrijk, met een lang artikel over Toulouse en een kortere over Bleu de Lectoure, wat geen kaas is maar dat wist iedereen natuurlijk. Geschreven - dit voor alle duidelijkheid, want waarom zou ik er anders melding van maken - door mij.

Na lang nadenken en veel rekenen ben ik tot de conclusie gekomen dat degene die het blad alleen maar zou kopen om iets van mij te lezen, nog geen halve cent per michgelsenwoord betaalt. En dan heb je al die andere artikelen er gratis en voor niets bij!

Omdat het me niet lukt een pdf-bestandje van een van de pagina's hier neer te zetten, maar de vlag van Occitanië, gefotografeerd op de binnenplaats van het Ostal d'Occitània, in Toulouse.

De veelzeggendheid van een klein woordje

Die scheelt maar een letter met de, maar er is veel meer over te vertellen. Kijk maar in een willekeurig woordenboek. De, dat is een regel of twee, die krijgt al gauw een kwart pagina. Dat komt deels omdat die zowel aanwijzend, bepalingaankondigend als betrekkelijk voornaamwoord is (de tweede benaming kende ik ook niet), deels omdat het zowel neutraal als met “afkeurende gevoelswaarde” (van Dale) gebruikt kan worden.

Van dat laatste hoor ik regelmatig een voorbeeld: die Fransen. Het komt van Nederlanders met minder positieve ervaringen met vertegenwoordigers van het Franse volk of die zich, erger nog, baseren op enkele krantenartikelen, vakantie-ervaringen en verhalen van derden. 
Dan hebben we het dus niet over “Bedoelt u die Fransen, of deze?” of:  “Kent u die Fransen, die daarginder wonen?” of enig ander neutraal gebruik, maar over “die Fransen” die teveel knoflook eten teveel wijn drinken te bureaucratisch zijn te hard rijden niet kunnen rijden altijd willen inhalen ook daar waar het levensgevaarlijk is chauvinistisch zijn niet kunnen voetballen of in ieder geval nog gemener spelen dan andere voetballers altijd dezelfde liedjes zingen veel te dom zijn veel te moeilijke boeken schrijven veel te arrogant zijn niet van vrouwen kunnen afblijven kortom, het soort mensen dat niet in Frankrijk zou moeten wonen. Maar daar had ik het al eens over.

Natuurlijk zijn er – ook hier - mensen die aan een of zelfs meerdere van deze kenmerken voldoen.  
Maar de Fransen en die Fransen zijn ook mijn Fransen. Het is een beetje zoals met familie: je mag er zelf over zeuren, maar anderen mogen dat met mate, en slechts uit persoonlijke ervaring. Nederlanders zijn ook niet alleen maar die Hollanders die teveel bier drinken te hard praten grof  bot arrogant en onbeleefd zijn niet kunnen autorijden veel te lang zijn altijd zeiken alles beter weten kortom enzovoort. Toch?

dinsdag 17 mei 2011

springen


Ik heb weer een fijne ansichtkaart gevonden. Deze gaat over de course landaise, dat is de zuidwestelijke vorm van stierenvechten, of beter gezegd stierenspringen, want gevochten wordt er niet. Ik heb ook wel gehoord dat het niet om stieren, maar om koeien gaat, maar dat betwijfel ik. Ik zie in ieder geval geen uiers hangen, terwijl de dieren wel hoorns hebben.
De echte helden van de course landaise zijn de stieren (of koeien dus), die vele wedstrijden en vele jaren mee kunnen gaan. De mannen worden écarteurs (uitwijkers) en sauteurs (springers) genoemd. De spingers wijken ook uit, maar doen dat weer anders dan de uitwijkers, die soms een klein beetje springen.

maandag 9 mei 2011

Na de paashaas de stokstaart


Speciaal voor degene die beweert dat bij hem al bijna de kerstballen weer in de boom hangen, hebben we dan hier de stokstaart, gefotografeerd in Nederland waar nu eenmaal veel wilde dieren voorkomen.

Ik had zelf trouwens ook genoeg van die paashaas.

woensdag 27 april 2011

wie wat bewaart

heeft toch in ieder geval een paashaas. En een kuiken!

zaterdag 16 april 2011

Waterkonijntjes

In het meertje en langs het riviertje bij mijn oude dorp groeit de beverratpopulatie gestaag. Ik weet niet of het door hun uiterlijk komt, of door het ratgedeelte in hun naam, maar echt dol ben ik niet op ze. Ook niet in het Frans, waar ze ragondin heten. Overigens zijn ze noch familie van de bever, noch van de rat. Wel zijn ze verwant aan de cavia en het stekelvarken. De naam waterstekelvarken had me meer gelegen, maar ik geeft toe dat dat een beetje lang is.
Net als de muskusrat worden ze ook wel waterkonijn genoemd, vooral als ze gegeten worden, of werden - ik heb het nooit op een Nederlands menu zien staan.
Als je een klein beetje googelt zijn er diverse Franse recepten te vinden, of bijvoorbeeld de pâté op de foto links. Het is kinderachtig en zit tussen de oren in plaats van tussen maag en smaakpapillen, maar het trekt me niet.

Beverratten zijn een kleine 100 jaar geleden ingevoerd vanuit Zuid-Amerika vanwege hun vacht. En wat krijg je dan: ze zitten in een fokkerij, de zaken gaan slecht of er gaan er gewoon een paar vandoor, ze passen zich aan aan hun nieuwe omgeving, de populatie groeit et voilà.
De foto rechts is overigens van mij. De afstand tussen mezelf en beverrat was nog redelijk groot; ik heb gewoon een betere lens op mijn camera.

zondag 10 april 2011

zonder voorbedachten rade

Ik was verkouden, al een hele tijd, een beetje grieperig zelfs. Ik hoestte. Maar ik bleef toch - wellicht iets minder vaak - roken. Toen mijn pakje bijna leeg was en ik hoestend bedacht dat ik nieuwe tabak moest kopen dacht ik opeens 'hou toch op met die onzin', en dat heb ik toen gedaan. Dat is eigenlijk alles.

Ik besloot het tegen niemand te zeggen en wachtte af wanneer men het zou merken. Mijn vader, ooit een verstokt sigarenroker, heeft dat zo gedaan. Ik herinner me dat 'ie een keer 's avonds laat speculaasjes stond te eten, vlak bij de keukenkast. Dat verbaasde me, want hij was geen snoeper, maar dat hij toen al een paar dagen niet gerookt had was me volledig ontgaan. Mijn moeder ook, want die ging rustig door met het kopen van zijn sigaren (zo ging dat in die jaren - moeder kocht wekelijks het rookgenot van vader), tot ze verbaasd constateerde dat er zoveel doosjes in de kast stonden dat het deurtje nauwelijks dichtging. (Ik overdrijf misschien, maar zo herinner ik het me. Het is al lang geleden).

Na een paar dagen heb ik het toch maar tegen dochter gezegd, omdat ze een tijd terug had gezegd haar wiskundecijfer op te halen, als ik zou stoppen met roken. Ze moest dus aan het werk. Zoon moest het ook weten, want die had de in zijn ogen even risocoloze belofte gedaan geen boeren meer te laten, als ik niet meer zou roken. 'Ik dacht, dat doe je toch nooit,' zei hij onlangs enigszins verongelijkt.
Dat zijn leuke bijkomstigheden, maar het belangrijkst is dat je zelf op een dag besluit ermee op te houden. Dat is het enige wat voor mij in ieder geval werkt. Al bijna zeven weken.

woensdag 6 april 2011

Toeval

Vandaag kreeg ik het boekje binnen dat ik voor Zwijsen heb geschreven. Zwijsen is een educatieve uitgeverij, en het boekje is bedoeld voor leerlingen van groep 7/8 en niet in de gewone boekhandel te verkrijgen.
Het speelt zich grotendeels in Rusland af, en om nog wat meer informatie over Rusland kwijt te kunnen heb ik er een weblog bijgemaakt.
In het boekje speelt de kraanvogel een belangrijke rol. Toevallig ging ik vandaag even een vertalinkje (niet van dat boekje, maar van een diploma) naar een Russische kennis brengen, die mij als dank een flesje wodka gaf met de naam kraanvogels.
Ik geef toe, het is niet een waanzinnig spannend verhaal, maar ik vond het toch leuk. Misschien neem ik er vanavond een glaasje kraanvogelwodka op.

zondag 3 april 2011

herstel

Dat ik dat nu pas zie: bij de vorige foto zijn helemaal niet alle woorden juist gespeld!
De rijst dat niet kleeft zit in 4 sakjes. Het is nog erger dan ik dacht, daar bij carrefour.

vrijdag 1 april 2011

orthographe

Orthographe; spelling is dat. Er wordt hier, net als in Nederland, regelmatig over geschreven en geklaagd. Dat het niet meer goed onderwezen wordt, dat er teveel fouten worden gemaakt, dat het alleen maar erger wordt door sms-taal, nou ja, u kent het wel.

Op de foto zijn alle woorden juist gespeld, maar toch klopt het niet. Carrefour verkoopt rijst dat niet kleeft al een hele tijd. Zou niemand hen erop gewezen hebben dat het de rijst is, en dat die dus niet kleeft? (Of wel kleeft, maar daar gaat het nu niet om).
Gauw twijfelend aan mezelf heb ik het woord opgezocht in van Dale en het is echt mannelijk = de = die. Ook op internet gecheckt, er nergens staat dat het bijvoorbeeld in het vlaams het rijst is.Of dat het een woord als zout is, dat voor sommige de, en andere het is.
Het is gewoon fout. Carrefour denkt zeker dat als je rijst discount is, je geen cent moet besteden aan een vertaler en corrector. Ik ga het ze ook niet vertellen, gratis en voor niks. Ik koop niet eens hun rijst dat niet kleeft, ik koop heel andere rijst en die kleeft zeker weten niet.

ps die fout is geen 1 aprilmop

maandag 28 maart 2011

Pinksterbloem

Ik heb misschien de indruk gewekt weinig van bloemen en planten te weten. Dat klopt ook wel, in ieder geval zo ver het gekweekte planten betreft. Maar als kind kende ik veel wilde bloemen bij naam. Ik droogde ze zelfs soms, enigszins in het geniep want ik kende niemand anders van mijn leeftijd die dat deed en ik voelde me zonder dat al een buitenbeentje.Waarschijnlijk onterecht, maar zo gaat dat soms.
Zonder enige directe aanleiding komen die bloemennamen soms terug, al heb ik al vele jaren niet meer in mijn wildeplantenboekje gekeken. Tormentil, denk ik dan zomaar. Of: look zonder look. Knoopkruid. Jacobs kruiskruid. Afijn, zo kan ik nog wel even doorgaan.

Dit weekend - ik wandelde voor de verandering op een heel andere plek - schoot me opeens de naam longkruid te binnen, toen ik naar bijgaand plantje stond te kijken. Ik was verbaasd dat ik naam en bloem correct met elkaar in verband wist te brengen (ik heb het daarna middels google gecheckt, dus doe geen moeite).

Ondertussen bloeit overal de pinksterbloem overvloedig. Zelfs in Nederland doet-ie dat voor pinksteren, maar hier al helemaal. Het duurt nog een maand voor het Pasen is.
Terwijl het opeens lente, bijna zomer was en het weer veel te mooi om meer dan strikt noodzakelijk aan een computer te zitten, haalde ik onkruid weg in Barcugnan, en maaide een deel van het gras. Maar de pinksterbloemen bij de vijgenboom wegvagen, dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen.

donderdag 17 maart 2011

langzaamstad

Op de borrel voor nieuwe Mirandezen waar ik vorige week even was, kregen we diverse interessante nieuwtjes te horen. Over het Sun stadium, over de mediatheek die volgende maand opent en de Aldi die ook ook bijna opent, maar dat laatste hoorde ik waarschijnlijk van de mevrouw naast me, en niet van de burgemeester. En het belangrijkste bericht: Mirande wordt een Cittaslow!

Als Mirandees moet je een aardig mondje over de grens spreken, dat blijkt wel. Wie rekent er nou op dat de burgemleester in één woord twéé talen gaat mengen? En geen woord Frans erbij.
Ik wist het niet, maar Cittaslow is een Italiaanse beweging die tegenwicht wil bieden aan de snelle wereld, aan alles wat fast en fout is. Ofwel, om Wikipedia te citeren: "een internationaal keurmerk voor gemeenten die op het gebied van leefomgeving, landschap, streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit goed scoren. Deze gemeenten mogen niet meer dan 50.000 inwoners hebben. De oorsprong van Cittaslow ligt in de Italiaanse plaats Orvieto en is geïnspireerd op de Slow Food beweging."

Nederland heeft drie Cittaslow, en Frankrijk heeft er op dit moment één, maar binnenkort dus twee. 
De gemeente had een dossier moeten indienen, "een flink dossier", zei de burgemeester, met een gezicht alsof hij dat eigenlijk heel lekker vond, en nu is het bijna zo ver. Hoewel 'bijna' in een cittaslow wellicht een zeer relatief begrip is en best een paar jaar in beslag kan nemen.

woensdag 16 maart 2011

Zonstadion

Inmiddels heb ik een paar foto's van het nieuwe stadion-in-aanbouw gemaakt. Ook weet ik nu hoe het gaat heten: Sun stadium. Ja, u leest het goed. Niks geen Stade du Soleil (toch ook best aardig), en nu maar hopen dat Jacques Toubon het niet heeft gehoord.
Dat er zon in de naam zit is niet zo vreemd, omdat het tevens een heel zonnepanelenpark wordt, wat een stuk prettiger voelt dan wanneer ze er een kerncentrale zouden bouwen. Zeker deze dagen.

donderdag 10 maart 2011

Het everzwijn dat naar de kapper wilde

Eindelijk weer een everzwijnavontuur. Deze wilde afgelopen dinsdag naar de kapper in een grand surface in de buurt van Nancy. Is dat gek? Het was tenslotte 8 maart, dan wil je er als everzwijn ook wel een beetje leuk uitzien. Het werd helaas niet begrepen noch gewaardeerd door de omringende mensheid. Het zwijn werd verdoofd door de opgetrommelde veearts en later die dag "geëutaniseerd". Dat vertelden ze er later op het tv-journaal niet bij, ze zeiden zelfs dat hij (of zij) sain et sauf was. Nou mooi niet, tenzij er een everzwijnenhemel bestaat.

Het is al een tijd geleden dat ik verhaal over everzwijnen hoorde; ik berichtte er in september 2009 voor het laatst over. Toevallig hoorde ik een paar uur na het bericht over het everzwijn bij de kapper, dat de jacht op hen dit jaar langer zal duren, en voor heel Frankrijk geldt.

Ik maak meteen van de gelegenheid gebruik mijn mooie ansicht van Circus Fantasy te tonen, dat circus met zeven gedresseerde everzwijnen, waar ik nog veel langer geleden over schreef (hier, voor wie het zien wil).
Het is een van mijn favoriete plaatjes, en inspireerde me ooit tot het verhaal Swijn.

woensdag 9 maart 2011

stage

Op de een of andere manier ben ik ooit op een website van de Académie terechtgekomen - die voor onderwijs, en dan de afdeling Midi-Pyrénées - en dat als persoon die een 'stage d'anglais' kan verzorgen.
Ik kwam erachter omdat ik als zodanig benaderd werd door het lycée van Nogaro (ruim 50 kilometer ten noordwesten van Mirande). Ik wist wel dat ik ooit een poging had gedaan me daarvoor op te geven, maar daar had ik nooit meer iets op gehoord, dus het was wel een verrassing.
Toch wilde ik de beker aan mij voorbij laten gaan, omdat ik genoeg werk heb en het werken met drie vreemde talen me zelfs meer dan genoeg leek,  maar dat lycée kon niemand anders vinden, de onderdirectrice van het lycée was vreselijk enthousiast, en ik werd nieuwsgierig naar iets nieuws.

Dus vorige week heb ik 15 uur intensief Engels gedoceerd. Valt nog niet mee, 15 uur (verdeeld over tweeënhalve dag) vol praten, maar het is ons (ons, omdat de leerlingen vooral moesten praten, al moest ik verzinnen waarover en hoe het eruit te krijgen) gelukt.
Daarna heb ik, net als die leerlingen, even welverdiend van een paar dagen vakantie genoten.
Nogaro is trouwens erg lelijk. Heel erg lelijk zelfs. Misschien is het wel het lelijkste stadje van de Gers. Ik kom er zelden, ik heb er meestal niets te zoeken. En ik heb ook niks moois gevonden, toen ik in mijn eerste lunchpauze even ging rondwandelen. Behalve misschien de arena (voor de course landaise). De trots van Nogaro is overigens de racebaan. Maar of die nou mooi is...







zondag 6 maart 2011

Alles wat groeit en bloeit, deel II

Van twee kanten bereikte me de goede naam van de mysterieuze plant van 2 maart: het is de helleborus orientalis, ook wel lenteroos genoemd. Wat dat betreft zat ik toch een béétje in de buurt, met dat lente-verhaal. De verzamelnaam voor Helleborus is in het Nederlands nieskruid. Er is hier wat meer over te vinden.
"Door de Grieken werd het wortelpoeder [gemalen wortel van het nieskruid] gebruikt bij krankzinnigheid en aanvallen van epilepsie," schrijft wikipedia bijvoorbeeld. "Laxeermiddelen bevatten nog wel eens bestanddelen van de wortel van het nieskruid. [Geconstipeerden, opgepast!] Alexander de Grote is mogelijk overleden aan een overdosis nieskruid. Zekerheid is er niet, maar men speculeert al eeuwen over zijn eventuele overmatig gebruik van nieskruid."
Rest de vraag waarom hij dit kruid overmatig gebruikte, maar daar verzin ik zelf wel wat op.

Verder nog een fantastische reactie op de oorsprong van "alles wat groeit en bloeit" (etc.) die ik, met toestemming van de schrijver, die normaal gesproken vooral bijdragen levert als fotograaf, grotendeels overneem:
"Het is een uitspraak van dr. Foppe I. Brouwer (bioloog) , die in het grijze verleden op zaterdagochtend denk ik, in een radioprogramma een column had over de natuur. Hij besloot dat praatje altijd met die zin. [...] Het zit allemaal in mijn hoofd, ik wist al jaren niet wat ik moest met die kennis. Maar nu heeft het dus toch zijn nut." 
Precies. Lang leve de interactie!

vrijdag 4 maart 2011

20 ans déjà

Eergisteren, op 2 maart, was het 20 jaar geleden dat Serge Gainsbourg overleed. Tien jaar geleden werd uitgebreid herdacht dat dat - inderdaad - 10 jaar geleden was. We woonden nog maar kort in Frankrijk en eigenlijk wist ik niet zo veel van Serge. Ik herinnerde me vooral het ongemakkelijke gevoel van middelbareschoolfeestjes, als die "hijgplaat" (Je t'aime moi non plus) werd opgezet. Wat duurde dat plaatje verschrikkelijk lang.  

Dit jaar lijken er nog veel meer herdenkingsprogramma's te zijn. Ik telde er zeker vier op de televisie, plus nog een hele dag op radio France Inter. Maar de hiaten in mijn kennis van 10 jaar geleden waren al redelijk opgevuld. Ik weet inmiddels dat Gainsbourg (in 1928 geboren uit Russisch-joodse ouders trouwens) een aantal, zelfs een heel flink aantal, eigenlijk gewoon heel erg veel, mooie tot prachtige teksten en melodiën heeft geschreven.
Dat hij zich er soms te snel, of met weinig smaak vanaf maakte (let bijvoorbeeld op de snikkende-vrouw-geluiden op Je suis venu te dire); het zij hem vergeven. Zeker deze dagen.