maandag 26 juli 2010

hooibundels


Voor ons huis in mijn dorp, wat niet meer helemaal mijn dorp is maar daarover wellicht een andere keer, ligt een flink veld wat ook van ons is. Om verschillende redenen, waarvan de elke zomer terugkerende maïsmuur de belangrijkste was, hebben we het enkele jaren na het huis ook van buurman Camille gekocht.
De grond werd tot die tijd bewerkt door de twee andere buurmannen, maar toen het eenmaal van ons was hoefden ze het niet meer en trouwens, ze gingen toch met pensioen. Hun nicht nam het resterende land wat ze in fermage hadden (d.w.z. pachtten) over en heeft nooit meer één maïsplant gepoot.

Toen zaten we dus met een mooi veld waar je bijvoorbeeld ezels zou kunnen houden, geiten, koeien of paarden, een camping zou kunnen beginnen, een gemeentezwembad, een-hennep-voor-medicinaal-gebruik-kwekerij of een rozentuin. Ideeën genoeg, vooral van logés die op zachte zomeravonden met de rosé in de hand dachten dat het houden van ezels, rozen of campings nauwelijks tijd kost, terwijl het geld met bakken binnenstroomt.

We kozen ervoor het gras gewoon te laten groeien. Aanvankelijk was er weer een andere buurman die geheel spontaan en belangeloos twee keer per jaar het gras maaide met behulp van zijn trekker. Inmiddels heeft Roland die taak overgenomen, en die maakt er van die mooie rollen van die ik aanvankelijk rouleaux noemde, ze zijn tenslotte rond, maar die in werkelijkheid bottes heten. Ik dacht dat dat laarzen waren, maar dat is pas de tweede betekenis die van Dale geeft. De eerste is bos, of bundel. Ik ben misschien geen boerin, maar van Dale nog minder. Eerst kwam ik alleen op hooiberg en hooimijt, maar volgens mij zijn het hooischelven. Straks gaan ze bij Roland in de schuur en dan mogen zijn koeien ze opeten.

Tot die tijd geniet ik ervan. Alsof je een levende van Gogh voor de deur hebt. 't Kost niks, zelfs geen tijd, 't levert ook niks op, maar het is zeer waardevol.