vrijdag 28 mei 2010

Topkikker


Ik kan het niet laten nog een topkikker van Han te plaatsen. En ik vond een leuke kikkersite, die niet alleen over kikkers, maar ook over padden gaat. Ik denk dat in onze vijver de Meerkikker of grote groene kikker (Pelophylax ridibundus) zit. De verschillende groene kikkers zijn moeilijk te onderscheiden heb ik net geleerd, maar ze kwaken allemaal anders en dat gekwaak kun je ook op die site horen.
Boomkikkers hebben we trouwens ook.

donderdag 27 mei 2010

De pad als prins


We hebben een mare in de tuin, een vijver. Die werden hier vroeger bij alle boerderijen gegraven, zodat er klei was om te bouwen en er daarna eenden in konden zwemmen die dan later opgegeten werden.
In de onze zitten geen eenden, maar wel een heleboel kikkers, die de nachtegalen inmiddels luidkeels overstemmen. Ik hoor ze graag, het hoort bij de eerste geluiden van lente en mooi weer. Dat gekwaak en gespring geeft bovendien het idee dat het vrolijke types zijn en dat ze muggen eten is een mooie gewoonte.

In mijn favoriete serie kinderboeken, die over Kikker en Pad van Arnold Lobel, is Kikker ook de vrolijkerd, terwijl zijn vriend Pad neigt tot somberheid. Ook dat is niet verbazingwekkend. Ik vind af en toe een pad in het waterleidingputje of andere donkere, ongezellige plekken. In huis heb ik er eens eentje onder een kastje gevonden, en gezien de enorme stofpluizen die aan hem kleefden zat hij daar al behoorlijk lang. (Onder kastjes moet je niet te vaak stofzuigen). Hij leefde nog, hij zat er gewoon al een paar maanden te filosoferen. Zijn uiterlijk heeft hij - ook zonder stof - niet mee. Vandaar waarschijnlijk dat hij in sprookjes meestal in vieze brouwsels van valse toverheksen verdwijnt.

In de Franse versie van het welbekende sprookje van de prinses met haar gouden bal die een kikker moet kussen, is de kikker geen kikker, maar een pad. Vermoedelijk omdat het la grenouille is en le crapaud, en men het problematisch vond die kikker halverwege zijn metamorfose ook nog eens van geslacht te laten veranderen, of die ene prinses met een andere prinses te laten trouwen. Franse sprookjes eindigen bovendien niet met « en ze leefden nog lang en gelukkig », maar met « et ils eurent beaucoup d'enfants », en twee prinsessen kunnen natuurlijk een hoop kinderen op de wereld zetten, maar niet helemaal alleen met zijn tweetjes. Dus daar lag toch een glansrol voor de pad.

NB
Ook deze foto is van Han van Leeuwen. Merci, Han!

zondag 23 mei 2010

kunstroof

Ik zeg wel vaker dat Frankrijk op Rusland lijkt. Ik dacht het ook toen ik las over een kunstdiefstal uit het Musée d'art moderne de la Ville de Paris, waar in de nacht van 19 op 20 mei een Braque, Léger, Matisse, Modigliani en Picasso (samen zo'n 100 miljoen euro waard) werden meegenomen. Vooral hoe ze die konden stelen deed me aan Rusland denken: het alarmsysteem functioneerde al sinds 30 maart onvolledig en was nog steeds niet gerepareerd: men wachtte op een onderdeeltje. De camera's deden het wel, en er zijn beelden van een man met capuchon, die ruim een kwartier rustig door drie van de twintig zalen wandelt en precies weet wat hij wil meenemen. Dat er geen alarm zou afgaan wist hij blijkbaar ook. Dat er niemand naar de videobeelden zat te kijken is een beetje verdacht. Ik zie dan meteen dronken gevoerd beveiligingspersoneel voor me, dat voor die schermen ligt te snurken. Het kan natuurlijk ook dat ze opeens in een jaguar rondrijden.

In Rusland heeft een kwart van de musea geen enkel beveiligingssysteem en is het in veel andere museua bijzonder slecht van kwaliteit. Er worden zo'n 50.000 museumstukken vermist. Le Monde schrijft dat er in 2009 20 museumdiefstallen plaatsvonden in Frankrijk, en dat dat er 9 minder waren dan in 2008, maar daaruit blijkt niet hoeveel er nog zoek is. Hopelijk ietsje minder.

Het blijft een fraai staaltje laksheid, waarbij de bestelling voor dat onderdeeltje waarschijnlijk nog ergens op een bureau ligt te wachten op een goedkeuringsstempel. Of misschien ligt het al weken op een postkantoor te wachten tot het opgehaald wordt.
Het was overigens een keurige dief; het venster wat hij losschroefde om naar binnen te komen heeft hij netjes, zonder breken, op de stoep gezet.

vrijdag 21 mei 2010

Nachtegalen

Het schijnt dat de nachtegaal laat was, dit voorjaar. Dat zegt buurman Camille tenminste. Het voorjaar zelf was ook laat, dus ze zullen wel langer in Afrika gebleven zijn. Ik kan ze geen ongelijk geven.
Als ze eenmaal zingen slaap ik graag met hem raam open, maar dat zat er de laatste weken nog niet in. Nu durf ik het wel aan. Niks mooiers dan in slaap te vallen met een zingende nachtegaal op de achtergrond. Als de Chinese keizer, maar dan slimmer, want niet verleid door een namaaknachtegaal met diamantjes.

Nachtegalenmannetjes zingen maar een week of vier, ergens tussen april en mei. Daarmee willen ze de nachtegalenvrouwtjes - die overigens niet zingen - lokken, en meteen aan de overige heren laten weten dat die op moeten zouten uit zijn struik.
Hoe langer de roller, hoe vitaler de man, zeggen de nachtegalenkenners.

Als er een dame toegehapt heeft en de eieren in het nest liggen, houden de heren weer hun mond, althans, ze houden op met zingen. Of het verder goede huisvaders zijn waarmee je als nachtegaalvrouw gezellig kunt babbelen weet ik niet.

woensdag 19 mei 2010

langzame journalistiek


Over een kleine vier jaar vinden de Olympische Winterspelen in Sotsji, Rusland, plaats. Vorig jaar al zijn fotograaf Rob Hornstra en schrijver Arnold van Bruggen begonnen met hun Sochiproject om alle veranderingen die deze badplaats zal ondergaan vast te leggen. Een goed plan en een mooi project. Duur natuurlijk, vandaar dat ze sponsors zoeken voor deze vorm van journalistiek, die ze slow journalism noemen.

Gisteren kreeg ik een berichtje dat ze met hun eerste boek over het project The New York Photo Book Award 2010 hadden gewonnen. Dat vind ik nou leuk, zo'n beloning voor een project waar ze aan begonnen zijn, gewoon omdat ze er zelf in geloofden. Je kunt het fotoboek hier bij het persbericht virtueel doorbladeren.

Ze fotografeerden het sanatorium Metallurg. Heerlijk, zo'n naam. Ik verbleef ooit een paar dagen in sanatorium Sjachtjor (de mijnwerker) in Karkaralinsk. Dat is in Kazachstan, op drie uur rijden van de mijnwerkersstad Karaganda. Daar klonk de hele dag muziek, wat blijkbaar moest bijdragen tot de rust. Erg druk was het er overigens niet, zoals ook op de foto te zien is van Sjachtjor in augustus 2007.

(Het is natuurlijk lang niet zo'n mooie foto als van de Metallurg, maar je weet maar nooit met copyrights.)
Mijn Kazachse fotoalbum staat overigens hier:

zondag 16 mei 2010

Ecologische rock


Gisteren speelde de band van Zoon op een eco rock festival in Ladevèze-Rivière. Dat bleek een dorp zo groot als mijn eigen dorp en ik was er al doorheen voor ik iets had gezien dat op een festival leek. Na omgekeerd te zijn bleek het festival in de lokale feestzaal te zijn, terwijl ik onbewust toch op zoek was naar een pinkpopachtig terrein.
Het was erg leuk, daar niet van. Drie bandjes uit de Gers en de hoofdact - Nelson Toubab - uit Toulouse, en je kon gegrilde eendeborst eten onder de overkapping.
Elders in de Gers hagelde het, wij kregen helemaal voor niks een prachtige regenboog.

zaterdag 15 mei 2010

De Grote Grasmaaiersamenzwering


Eén van onze parttime dorpsbewoners komt oorspronkelijk uit Australië. Vorig jaar liet hij vol trots zijn grasmaaier zien, die hij speciaal met wat ander onmisbaar huisraad uit Australië had laten verschepen. We waren verbaasd: zo'n oud zwaar ding helemaal over laten komen uit Australië... In Europa hebben we toch ook grasmaaiers.Inmiddels begrijp ik Jacks geste beter.

Er zijn veel grasmaaiers op de wereld. Hele verschillende ook. Groene, rode en oranje bijvoorbeeld, dingen waar je op kunt zitten of waar je juist achteraan loopt, dingen met een snoer eraan of een tankje erop. Eén ding hebben ze allemaal gemeen: ze gaan altijd kapot. Minstens één keer per seizoen - terwijl het grasmaaiseizoen vrij kort is -, vaak ook twee keer. Daarom heb ik een enorme hekel aan grasmaaiers, grasmaaien, en aan grasmaaimachineverkopers, grasmaaimachinereparateurs en grasmaaimachinefabrikanten.

Het is één grote samenzwering die er op gericht is zoveel mogelijk grasmaaiers te verkopen. Grasmaaiers met overbodige veiligheidssystemen en onvindbare schroeven, bouten en moeren om het zelf sleutelen zo moeilijk mogelijk te maken, grasmaaiers met steeds meer toeters en bellen die steeds meer geld kosten en ondertussen het enige ding waarvoor ze gemaakt zijn (voor alle duidelijkheid: dat is grasmaaien) niet kunnen.

Jack z'n maaier is van vòòr de Grote Grasmaaiersamenzwering. Gisteren mocht ik hem lenen. Toen was grasmaaien een héél klein beetje leuk.

maandag 10 mei 2010

Mooie blik


'Een schilderij leeft door degene die ernaar kijkt'. Dit citaat van Pablo Picasso is te horen in de documentaire KUNST VAN HET OGENBLIK - Matisse tot Malevich van Masha Novikova. Hij was vanavond (o, inmiddels al gisterenavond) op de Nederlandse televisie, die ik hier niet heb, maar gelukkig kan mijn computer inmiddels uitzending gemist aan, dus ik heb niks gemist.

De documentaire - hier te zien - gaat over de verzamelingen van Sergei Sjtsjoekin en Ivan Morozov, die de kern vormen van de expositie die op dit moment in de Hermitage aan de Amstel te zien is. En vooral over hoe er in een periode van ongeveer 100 jaar verschillend naar kunst kan worden gekeken. Van de verbaasde blik van tijdgenoten tot de bewonderende blik van nu, met daartussen de gevaarlijke blik van de machthebbers.

Ik heb wat research mogen doen voor Masha, dus helemaal onbevooroordeeld ben ik wellicht niet, maar ik vond het een mooie documentaire. Vooral door de nadruk op die blik, die veel meer door je tijd gevormd wordt dan je zelf zou willen. Gelukkig dat er her en der wel uitzonderingen bestaan.

PS
La Danse van Matisse - op de afbeelding - is ooit voor Sjtsjoekin geschilderd en een van de hoogtepunten van de expositie.

woensdag 5 mei 2010

verwarmend


Qui coupe du bois, se chauffe deux fois is een geliefde uitspraak van buurman Camille. Het betekent zoiets als ‘wie hout zaagt, krijgt het twee keer warm’(ik kan het niet leuk laten rijmen). Zelfs gisteren kon Camille de spreuk gebruiken, want het sneeuwde en ik moest opeens weer hout gaan bijzagen. Terwijl ik vorige week nog dacht dat de winter eindelijk echt voorbij was.

Ooit hebben we ons ingeschreven voor een voorraad bois communal, gemeentehout. Volgens onze burgemeester zouden dat stukken zijn van één meter: een keertje doorzagen en misschien wat hakken met een bijl en klaar. Toen we het hout eindelijk mochten ophalen, bleken het niet alleen stukken van minstens twee meter lengte, qua doorsnee waren ze niet veel kleiner. De tractor van Laurent was nodig om het spul te transporteren, zijn gigamotorzaag om ze doormidden te krijgen, en daarna kregen we de fendeuse (houtsplitter) van Joseph te leen om die stukken te splijten. Hoe we dat met een bijl hadden moeten doen weet ik niet. Vervolgens moesten we de smallere stukken nogmaals doormidden zagen. We hebben trouwens nog een paar stammetjes liggen die niet eens onder de fendeuse passen.

Qui coupe du bois communal, se chauffe cinq fois minimal. Die moet ik eens aan Camille voorleggen.