vrijdag 12 maart 2010

Verdronken brug


Mijn dorp ligt aan de rivier de Baïse, wat je uitspreekt als ba-ieze en niet als bèze, want dan zeg je iets anders. De Baïse is niet erg breed of indrukwekkend, hij slingert gewoon vriendelijk door het landschap. Mijn dorp heeft drie bruggen over de Baïse, ook niks indrukwekkends, geen romeinse pijlers of erasmusbrugachtige bogen, het zijn twee gewone bruggen plus een lage die pont noyé heet. Die loopt onder water als de sneeuw in de bergen smelt en er opeens veel meer water door de Baïse moet. Dan is de verdronken brug even onbruikbaar.

Ik vroeg me of een pont noyé wel verdronken brug heet in het Nederlands, en haalde mijn woordenboeken erbij. Bij "pont" vond ik onder meer de hang-, boog-, smeer-, meet-, ophaal-, wip-, tol-, paal-, hef-, draag-, gier- en vlotbrug, plus allerlei dekken die in het Frans ook iets met pont zijn. Kijk je bij brug dan zit je al gauw bij brugklasser en ezelsbrug.
Noyé(e) bood behalve verdronken een regard noyé: een wezenloze blik. Een wezenloze brug lijkt me niet correct. En noyer (het werkwoord, anders zit je met een notenboom) gaf behalve verdrinken ook verzinken en overstromen. Een overstroombare brug? Bestaat dat woord, laat staan het verschijnsel, in de Lage Landen? Ik hou me aanbevolen voor suggesties.