woensdag 31 maart 2010

Indochine


Jaren geleden nam ik van de dorpsbibliotheek een cd van Indochine mee. Ik wilde ze eens horen en sindsdien is zoon fan.
Gisteren had ik de eer met zoon mee te mogen naar een concert in Toulouse (echtgenoot en dochter zijn al eens meegeweest, ik ben de traagste thuis). En nu heb ik oordoppies in het hoofd en hoor nog eens La république des meteors (dat is de laatste cd). Niet dat ik die niet kende, ik ken alle cd’s van Indochine, maar ze zijn altijd passief tot me gekomen. Nu heb ik ‘m zelf opgezet.

Ik was de laatste maanden in een intensieve training, met een speciaal cassettebandje (ja, die bestaan nog) die zoon voor in de auto had gemaakt, want die auto is ook niet zo nieuw en heeft slechts radio en cassette. Ik scoor erg laag in titelkennis, en andere vragen (“hoe heette de drummer die tussen 1991 en 1993 bij Indochine speelde?”) kan ik geheel niet beantwoorden, maar gisteren bleek dat ik veel liedjes wél kan meezingen. En ik kan ook nog steeds op mijn vingers fluiten, maar dat heeft verder niet zo veel met Indochine te maken.

Voor degenen die denken dat Indochine een obscuur bandje is: alle concerten van hun meteortour zijn uitverkocht (gisteren waren we met zijn negenduizenden) en op 26 juni spelen ze in een (ook uitverkocht) Stade de France om hun dertigjarig bestaan te vieren. Daar gaat zoon ook heen. Met zijn vader. Ik ken mijn plaats. Maar ik ben nu wel een beetje jaloers.