zaterdag 20 februari 2010

Groene donderdag

Als het even kan luister ik bij het wakker worden naar de radio. Vanmorgen probeerde mijn slaperige hoofd te begrijpen wat toch die groene donderdag was waar ze het de hele tijd over hadden. Jeudi vert dit en jeudi vert dat – ik ken alleen een witte donderdag en bovendien was het dus zaterdag.
Halverwege de koffie – ook in bed – begreep ik dat ze het over de Jeux d'hiver hadden, de winterspelen. Vandaar dat die groene donderdag in Vancouver plaatsvond. Als ze nou JO (jeux olympiques dus) hadden gezegd, dan had ik het wel begrepen. Ik snapte opeens mijn leerlingen beter, als die niet horen waar het ene woord ophoudt en het volgende begint en me dan met zo'n glazige blik aankijken.

Frankrijk heeft het niet gered met curling, vertelde zoon toen hij een stuk later dan ik beneden kwam. (Adolescenten krijgen veel later slaap en bovendien is het niet alleen weekend, maar ook nog eens vakantie). Je hoeft mij niet voor een mooie pot fluitketelschuiven wakker te maken, maar zoon vindt het boeiend. Curling is een soort pétanque op ijs begrijp ik. Frankrijk heeft zo'n 200 geregistreerde curlingspelers, vertelt zoon. Canada, de tegenstander van gisteren, heeft er meer dan een miljoen. De Franse spelers komen bijna allemaal uit hetzelfde dorp. Dat soort details hoor ik graag. Ik stel me mijn eigen dorp voor; 147 inwoners en dan vertrekken de plaatselijke topsporters naar een groene donderdag. Dan ben je toch een held, ook zonder medaille.