woensdag 16 december 2009

Pegels

Een filosofisch onderwerp vandaag. Geld.
Ik heb ontdekt dat daar in het Frans nogal wat termen voor zijn. Ik noem: de l’argent, du fric, de l’oseille, du grisbi, de l’artiche, du blé, du pognon, de la douille, du michon, des thunes, des ronds, en zelfs monnaie wordt wel voor geld gebruikt, terwijl ik dacht dat dat alleen maar kleingeld was, zoals me dat op de middelbare school geleerd is. Dalle schijnt ook geld te betekenen, maar ik ken alleen que dalle, dat wil zeggen niks, noppes.

In het Nederlands is er ook wel het een en ander, nu ik erover nadenk. Geld, pecunia, pegels, duiten en vooruit: slappe was (al moet je daar inzitten), pietermannen en ping ping. Er waren natuurlijk ook nog, voor de euro in ons leven kwam, piek en knaak, duppie en heitje, joetje, geeltje en meier, en de aantrekkelijke (rooie) rug.

In Frankrijk zijn er nog aardig wat mensen die het hebben over anciens francs. En dan bedoelen ze niet de franc-van-voor-de-euro, maar de franc van voor de geldhervorming uit 1960, toen er onder De Gaulle twee nullen vanaf gehaald werden. De oudere generatie doet het graag, maar ook mensen die de oude franc alleen van horen zeggen kennen, spreken soms in miljoenen terwijl ze tonnen bedoelen die in euro’s nog minder zijn. Dat kan soms erg verwarrend zijn.

Hoe dan ook, ik heb er niet veel van. Maar ik weet wel een hoop woorden. Misschien is dat ook wat waard.