woensdag 16 september 2009

jachtseizoen

Zondag is het jachtseizoen geopend. Ze mochten al twee weken op de kwartel schieten; nu mag de rest ook. Alleen de haas is nog tot half oktober vrij.
Het wordt weer oppassen als ik op zondagochtend ga wandelen. Een paar jaar geleden is er een vrouw doodgeschoten die aan het paddenstoelen zoeken was. Een ongeluk. Het was niet in mijn dorp, maar wel ergens in Frankrijk. De vrouw was even oud als ik en had twee kinderen. Ik wil nog niet dood, en zeker niet omdat iemand me verwart met een everzwijn.

Ik hoorde toevallig dat ze zondag zouden beginnen met de fazant, hier in mijn dorp. Ik heb diezelfde avond onze buurtfazant toegeroepen dat hij op moest passen, maar ik weet niet of die boodschap doorgekomen is.
Zondagochtend werd ik wakker van opgewonden hondengeblaf, het jagerstoetertje, en hond Bella. Bella is geen jachthond, maar een herder. Groot, maar met een klein hartje.
Ze mag niet boven komen, maar in geval van jachtgeluiden of onweer vergeet ze dat. Nu wilde ze onder mijn dekens kruipen, maar ze moest weer naar beneden. Even later hoorde ik haar weer, al leek ze haar best te doen niet te hard met haar nagels op het hout te tikken. Ze probeerde zich onder mijn bureau te verstoppen. Er zat niks anders op dan beneden te blijven en haar poot vast te houden.

Bella houdt niet van de jacht. Als ze nog wat minder naar haar instinct zou luisteren, zou ze vegetariër zijn. Ik hou ook niet van jacht, al weet ik dat het bij het plattelandsleven hoort. Volgens Yvette, de oude zus van buurman Camille, was het eigenlijk het enige vermaak voor de jongens van het dorp. Ze gingen nooit op vakantie, zei ze, de enige uitjes waren de dorpsfeesten en de jacht. Dat snap ik wel. En het is geen elitesport hier, dat weet ik ook. Misschien ben ik toch te veel stadsmeisje gebleven.