maandag 29 september 2008

meer


Mijn dorp heeft ook een meertje. Het is geen echt meer; twee boeren hebben een minsicuul riviertje gigantisch verbreed en uitgediept en zo is het langaam volgelopen. Russische Raisa noemde het van de zomer consequent retsjka, riviertje, maar verder noemt iedereen het een meertje. Het is een waterreservoir voor de mais van de twee eigenaren, maar we mogen er ook zwemmen. Als we maar niet verdrinken, hebben ze erbij gezegd.
De zonen van de ene boer hebben er deze zomer een tobogan gebouwd, een glijbaan, en de andere boer aan zijn kant een botenhuisje, maar hij heeft geen kinderen en zwemmen kan hij ook niet
In de zomervakantie spelen, zwemmen en zonnen er soms wel wat dorpsgenoten, maar nu is het herfst, de school weer begonnen en is er niemand. Het water wordt koud, maar ik ben nog niet uitgezwommen voor dit jaar. Hond Bella loopt paniekerig langs de oever. Ze is aan me gehecht, maar niet genoeg om met me mee te zwemmen. Ik moet om haar lachen. Midden in het meertje heb je een doorkijk naar de Pyreneën. Hun toppen zijn al wit, de eerste sneeuw is er gevallen.
Soms voel je je domweg gelukkig. Dit was zo’n moment.

dinsdag 23 september 2008

Patrimoine


Afgelopen weekend waren de open monumenten dagen, ook hier. Nederland heeft het idee zelfs van Frankrijk overgenomen lees ik op internet. Alleen is het in Nederland het tweede weekend, en hier het derde weekend van september. Geen idee waarom.
Hier zijn het de journées du patrimoine. Veelzijdig woord is dat, patrimoine. Erfgoed, maar ook cultuurbezit, en vermogen. Je huis, je bankrekening, de Franse taal, Franse muziek, Frans natuurschoon en de kerk verderop – allemaal patrimoine.
Op het nieuws laten ze rijen wachtenden voor de televisiestudio’s zien. Ook patrimoine. En op de radio hoor ik dat je de Elysée kunt bezoeken, en Matignon. Je mag zelfs de werkkamer van François Fillon in.
Maar dat hebben we allemaal niet in mijn dorp.
Een dorp verderop is het dichstbijzijnde open monument: een net opgeknapt kapelletje voor Saint Jaymes. Ik vraag me al en tijd af wie Saint Jaymes is. Ik kom ook wel eens door het dorp Saint Jammes. Je hebt hier veel rare heiligennamen. Wie was bijvoorbeeld Sainte Dode?
Jaymes, Jammes, James en Jacmes zijn allemaal occitaanse schrijfwijzes voor Jacques, leer ik even later. Bij dit kapelletje staan geen lange rijen. Ik krijg koffie en uitleg. Het is er mooi, en het mooist is de houten Maria, minstens vijf eeuwen oud en met Jezus aan de borst. Ze zitten sinds de opknapbeurt helaas wel achter tralies. Beschermd patrimoine.

zondag 21 september 2008

Druk


Ik heb niet geblogd, wel geschreven. Hierin: ttp://cf.hum.uva.nl/oosteuropa/prospekt/artikelen.html komen straks twee artikelen. Het wordt een themanummer over kunstverzamelen en Rusland. We raakten geïnspireerd door de gigantisch dure kunstaankopen van voetbaloligarch Abramovitsj, en door de erven van Morozov en Sjtjsoekin, wier voorouders al die Franse meesterwerken hebben aangeschaft waar de Hermitage en het Poesjkinmuseum nu mee pronken. Die collecties werden ooit genationaliseerd. Ben benieuwd hoe dat met Abramovitsj zal aflopen.
Ik ken een verzamelaar van Russische schilderijtjes bij mij in de buurt (de wereld is klein) en spaar voor deze meisjes
.

maandag 1 september 2008

ook feest


Af en toe moet ik tolken, Russisch – Frans of Nederlands – Frans. Ik ben voor allebei beëdigd.
Een tolk mag natuurlijk niet roddelen over de mensen en zaken waar hij mee te maken heeft gehad en dat doe ik dan ook niet. Maar ik mag wel vertellen dat ik onlangs naar een gemeentehuis moest in verband met een voorgenomen Russisch-Frans huwelijk, als ik daar verder geen namen bij noem.
De burgemeester zat er in zijn hemd en zei onmiddellijk dat hij het allemaal erg vervelend vond, maar dat hij tegenwoordig verplicht was om aan de buitenlandse huwelijkskandidaat een aantal vragen te stellen in aanwezigheid van een beëdigd tolk. Hij leek de bruidegom goed te kennen en was plaatsvervangend verontwaardigd dat die wellicht van een mariage blanc, een fictief huwelijk, verdacht werd. Maar wet is wet en dus wapperde hij treurig met een voddig blaadje waar hij vier vragen op had staan. Die had hij van de préfecture gekregen en dat was maar goed ook, want hij ging echt niet zelf vragen verzinnen. De secretaresse mocht de antwoorden noteren.
Waar ze elkaar hadden leren kennen, was de eerste vraag. De burgemeester leek even opgelucht adem te halen toen ik vertaalde dat ze elkaar bij een nichtje van de bruid hadden leren kennen. Dat klopte dus. De overige vragen waren van meer morele aard: of de bruid zich wel realiseerde dat ze haar vaderland ging verlaten en of ze bereid was Frans te leren en hier wilde gaan werken. De burgemeester liet duidelijk weten dit stomme vragen te vinden Nog geen vijf minuten later schudde hij ons allemaal de hand en verdween. Ik mocht ook weer naar huis.
Kwam onderweg nog een mooie feestzaal tegen.